ECLI:NL:RBZWB:2025:5461
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Geheimhoudingsbeslissing
- Rechtspraak.nl
Beslissing over geheimhouding van belastingdocumenten in bestuursrechtelijke procedure
Op 14 augustus 2025 heeft de geheimhoudingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst. De zaak betreft een verzoek van de inspecteur om geheimhouding van bepaalde passages in bijlagen van een verweerschrift, ingediend op 6 november 2024. De inspecteur had een beroep gedaan op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om de zwartgelakte passages geheim te houden, omdat deze informatie bevatten over individuele medewerkers van bedrijven die betrokken waren bij derdenonderzoeken. De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om op het geheimhoudingsverzoek te reageren, waarop de belanghebbende op 29 november 2024 heeft aangegeven zich te verzetten tegen de geheimhouding en om integrale inzage van de stukken heeft verzocht.
De geheimhoudingskamer heeft besloten geen zitting te houden, omdat de aard van de procedure dit niet vereiste. Bij de beoordeling van het verzoek om geheimhouding heeft de rechtbank de belangen van de belanghebbende afgewogen tegen de redenen van de inspecteur voor geheimhouding. De rechtbank concludeert dat de privacy van de betrokken medewerkers zwaarder weegt dan het belang van de belanghebbende bij kennisneming van de zwartgelakte passages. Daarom is het verzoek om geheimhouding gerechtvaardigd en zijn de zwartgelakte passages in bijlagen 19 en 20 toegewezen aan de inspecteur. Deze beslissing is genomen door rechter S.A.J. Bastiaansen en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.