Op 29 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, omdat hij ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de conflicten tussen zijn ouders. De moeder van de minderjarige heeft bezwaar gemaakt tegen dit verzoek, terwijl de vader, die geen contact heeft met de minderjarige, het verzoek steunt. Tijdens de zitting op 29 juli 2025, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de standpunten van de betrokken partijen besproken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging van de minderjarige weg te nemen en dat er een stevige regievoering nodig is om de situatie te verbeteren. De kinderrechter heeft besloten om het verzoek van de Raad toe te wijzen en de ondertoezichtstelling te verlenen, met de opdracht aan de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland om de regie te voeren in het proces. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.