ECLI:NL:RBZWB:2025:5466

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
11544736 \ CV EXPL 25-807 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en de rechtsgeldigheid van prijsafspraken tussen een accountant en een cliënt

In deze zaak heeft Countus Accountants + Adviseurs B.V. (hierna: Countus B.V.) een vordering ingesteld tegen iBright B.V. (hierna: iBright B.V.) voor betaling van openstaande facturen die voortvloeien uit accountantswerkzaamheden. De kantonrechter heeft op 13 augustus 2025 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarin de rechtsgeldigheid van prijsafspraken tussen partijen centraal stond. Countus B.V. stelde dat er voor een deel van de werkzaamheden vaste prijsafspraken waren gemaakt, terwijl iBright B.V. betwistte dat zij alle kosten moest betalen en stelde dat er sprake was van onduidelijkheid over de facturering.

De kantonrechter oordeelde dat de prijsafspraken zoals vastgelegd in een e-mail van 22 september 2021 leidend waren. Voor de werkzaamheden waarvoor geen vaste prijs was afgesproken, diende een redelijk uurtarief te worden betaald. De kantonrechter wees de vordering van Countus B.V. gedeeltelijk toe, waarbij de wettelijke handelsrente over het toegewezen bedrag vanaf de vervaldata van de onderliggende facturen werd toegewezen. De kantonrechter concludeerde dat iBright B.V. geen opschortingsrecht had en dat de facturen correct waren, ondanks de betwisting van iBright B.V. over de duidelijkheid van de facturering.

De procedure omvatte een tussenvonnis van 12 maart 2025 en een mondelinge behandeling op 11 juni 2025. De kantonrechter heeft de proceskosten aan iBright B.V. opgelegd, omdat deze grotendeels in het ongelijk was gesteld. De totale kosten, inclusief de toegewezen hoofdsom en buitengerechtelijke kosten, werden vastgesteld op € 5.339,71. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de facturen en de wettelijke rente toegewezen, en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11544736 \ CV EXPL 25-807
Vonnis van 13 augustus 2025
in de zaak van
COUNTUS ACCOUNTANTS + ADVISEURS B.V.,
statutair gevestigd in Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen: Countus B.V.,
gemachtigde: Florijn Incasso B.V. (Concessum),
tegen
IBRIGHT B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende in Waalwijk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: iBright B.V.,
procederend in persoon, de heer [persoon 1] ,

1.De zaak in het kort

Countus B.V. heeft accountantswerkzaamheden uitgevoerd voor iBright B.V. Bij het einde van de opdracht heeft Countus B.V. nog enkele facturen aan iBright B.V. gestuurd. Daarop stonden ook kosten uit voorgaande jaren vermeld. iBright B.V. heeft betwist dat zij alle genoemde kosten moet betalen. Volgens haar heeft zij een deel van deze kosten al betaald, is sprake van vaste prijzen en niet van (geïndexeerde) uurtarieven en hoefde zij pas te betalen als Countus B.V. meer duidelijkheid had gegeven. De kantonrechter oordeelt dat voor een deel van de werkzaamheden vaste prijsafspraken waren gemaakt. Voor de overige werkzaamheden moest iBright B.V. een (redelijke) uurloon betalen. De kantonrechter wijst op basis van deze uitgangspunten de vordering van Countus B.V. tot betaling van de facturen gedeeltelijk toe. De gevorderde wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de vervaldata van de onderliggende facturen wordt toegewezen, omdat niet is gebleken dat iBright B.V. een opschortingsrecht had.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 maart 2025
- de mondelinge behandeling van 11 juni 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis wordt gewezen.

3.De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
- De heer [persoon 1] heeft in 2018 namens zijn eenmanszaak met Countus B.V. een overeenkomst gesloten voor het uitvoeren van boekhoud- en accountantswerkzaamheden voor de eenmanszaak.
- De werkzaamheden bestonden uit het opstellen van de jaarrekening, het verzorgen van de fiscale aangifte omzetbelasting, de fiscale aangifte inkomstenbelasting en de fiscale aangifte vennootschapsbelasting, het bieden van administratieve ondersteuning en bijkomende advieswerkzaamheden op verzoek.
- Rond 2021 is de eenmanszaak overgegaan in iBright B.V. In verband daarmee heeft Countus B.V. op 22 september 2021 een e-mailbericht gestuurd aan iBright B.V. waarin zij schrijft:
“Zoals je hebt kunnen zien in een andere e-mail hebben wij de stukken voor de oprichting van de besloten vennootschap naar de notaris gestuurd.
[…]
De opgave van de kosten (ex. btw) voor de administratie en de jaarrekening is als volgt:
• Boeken administratie en indienen aangifte btw: € 335 per kwartaal;
• Het samenstellen van de jaarrekening van de besloten vennootschap: € 1.750 per jaar;
• Het verzorgen van de aangifte vennootschapsbelasting van de besloten vennootschap: €350 per jaar;
• Het verzorgen van de aangifte inkomstenbelasting: € 375 per aangifte.
Eventuele andere werkzaamheden zullen apart in rekening worden gebracht op basis van het aantal bestede uren.”
- Op 16 november 2022 heeft Countus B.V. een opdrachtbevestiging inclusief algemene voorwaarden gestuurd aan iBright B.V., die iBright B.V. op 25 november 2022 heeft ondertekend. In de opdrachtbevestiging is onder andere de volgende passage opgenomen:
“Ons honorarium is gebaseerd op de tijdbesteding van ons team, inclusief te maken
kosten. De individuele uurtarieven zijn in overeenstemming met de mate van
verantwoordelijkheid en de vereiste ervaring en bekwaamheid van elk der teamleden.”
- Op 24 oktober 2023 heeft iBright B.V. per e-mail aan Countus B.V. laten weten dat zij de boekhouding graag wilde verhuizen naar een nieuwe boekhouder in de buurt van haar nieuwe kantoor. Op 25 oktober 2023 heeft Countus B.V. laten weten dat zij daarvoor begrip heeft en graag wil weten wat dat betekent voor haar opdracht vanaf 2024. iBright B.V. heeft daarop aangegeven dat zij alle werkzaamheden na 1 januari 2024 wil overdragen aan de nieuwe boekhouder. Op 9 januari 2024 heeft iBright B.V. per e-mail aan Countus B.V. geschreven dat [naam] de btw van het 4e kwartaal van 2023 nog mag afhandelen en dat de rest wordt overgedragen.
- Countus B.V. heeft in 2024 diverse facturen gestuurd.
- Op 13 maart 2024 heeft iBright B.V. per e-mail aangegeven dat zij de facturen die kloppen zal voldoen. Daarbij heeft zij ook geschreven: “
De facturen die op eindfactuur stonden en niet duidelijk zijn gaan we nog uitzoeken.”
- Daarna zijn er over en weer tussen partijen nog berichten gestuurd waarin iBright B.V. vragen heeft gesteld, bezwaren heeft aangegeven en gevraagd heeft om de eindfactuur [nummer 1] in meerdere aparte facturen te splitsen. Countus B.V. heeft toelichtingen gegeven. Zij heeft niet de gevraagde aparte facturen gestuurd.
- Countus B.V. heeft aan iBright B.V. meerdere aanmaningen gestuurd, ook via haar gemachtigde. iBright B.V. heeft wel enkele, maar niet alle facturen betaald.

4.Het geschil

4.1.
Countus vordert na eisvermindering - samengevat - veroordeling van iBright B.V. tot betaling van € 6.907,82, een bedrag van € 542,32 aan wettelijke handelsrente en een bedrag van €1.448,44 aan buitengerechtelijke kosten, een en ander vermeerderd met de wettelijke handelsrente en de proceskosten.
4.2.
Countus B.V. heeft daarbij aangevoerd dat zij betaling vordert van de volgende facturen:
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Countus B.V. aangegeven dat zij op de factuur [nummer 1] nog een bedrag van € 2.748,50 heeft gecrediteerd. Dit bedrag was in rekening gebracht voor de inbreng van de eenmanszaak in de B.V. Afgesproken was echter dat een bedrag betaald moest worden van € 1.000,00. iBright B.V. had dat bedrag ook al betaald. Daarom vordert zij een hoofdsom van (€ 9.656,32 - € 2.748,50=) € 6.907,82.
4.3.
IBright B.V. voert verweer. Daarbij voert zij aan dat zij nooit voldoende duidelijkheid heeft gekregen van Countus B.V. Zij wil wel betalen voor de kosten en werkzaamheden die volgens de prijsafspraken verricht zijn, maar dat kan volgens iBright B.V. alleen als Countus B.V. deze werkzaamheden apart op de factuur zet en op tijd factureert. Voor extra werkzaamheden had Countus B.V. vooraf moeten waarschuwen en niet achteraf moeten factureren.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Uitgangspunt zijn de prijsafspraken van 22 september 2021
5.1.
Allereerst moet de kantonrechter beoordelen op basis van welke afspraken Countus B.V. haar werkzaamheden bij iBright B.V. in rekening mocht brengen. Countus B.V. stelt dat de opdrachtbevestiging van november 2022 daarvoor de basis is. Daarin staat dat per uur betaald moet worden en daarbij een uurtarief geldt dat afhankelijk is van de persoon die de werkzaamheden uitvoert. iBright B.V. is het hiermee niet eens en heeft gesteld dat vaste prijsafspraken zijn gemaakt, zoals ook in de e-mail van Countus B.V. van 22 september 2021 aangegeven. Zij was ervan uitgegaan dat de bevestigingsbrief een formaliteit was, omdat er al concrete afspraken golden en de inhoud van de opdrachtbevestiging verder ook niet was besproken.
5.2.
De kantonrechter is van oordeel dat moet worden uitgegaan van de prijzen zoals aangegeven in het e-mailbericht van 22 september 2021. Tussen partijen staat niet ter discussie dat bij aanvang van de opdracht in 2018 vaste prijsafspraken zijn gemaakt voor de verschillende werkzaamheden die Countus B.V. zou uitvoeren voor iBright B.V. Countus B.V. heeft ook erkend dat zij de e-mail van 22 september 2021 heeft gestuurd om aan te geven wat de vaste prijzen voor de dienstverlening voor de besloten vennootschap (in plaats van de eenmanszaak) zouden zijn. Bovendien heeft Countus B.V. tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de opdrachtbevestiging van november 2022 was gestuurd, omdat zij dat wettelijk verplicht was vanwege de overgang van onderneming naar besloten vennootschap. Niet is gebleken dat de opdrachtbevestiging een ander doel had dan het formaliseren van het voortzetten van de opdracht en dat iBright B.V. ervan moest uitgaan dat de prijsafspraken van 22 september 2021 daarmee zouden vervallen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat iBright B.V. in dat kader de opdrachtbevestiging heeft getekend en niet in het kader van het maken van andere afspraken over het honorarium.
5.3.
Voor zover Countus B.V. werkzaamheden heeft verricht waarvoor in de e-mail van 22 september 2021 geen vaste prijs was afgesproken, geldt dat Countus B.V. deze wel op basis van het aantal bestede uren tegen gebruikelijk uurtarief in rekening mocht brengen.
Er geldt geen prijsindexatie
5.4.
Countus B.V. heeft nog aangevoerd dat de vaste prijzen in ieder geval geïndexeerd moeten worden. iBright B.V. heeft echter betwist dat dit is afgesproken. Countus B.V. heeft niet onderbouwd waaruit blijkt dat partijen een indexering zijn overeengekomen en welk percentage dan zou gelden. Daarom gaat de kantonrechter uit van de vaste prijsafspraken zoals aangegeven in de e-mail van 22 september 2021 van Countus B.V., zonder indexatie.
De beoordeling per factuur
factuurnummer [nummer 2]
5.5.
iBright B.V. heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij deze factuur niet betwist. Dat betekent dat de kantonrechter betaling van deze factuur, voor een bedrag van € 178,93 (€ 147,88 exclusief btw), zal toewijzen.
factuurnummer [nummer 3] en [nummer 4]
5.6.
Factuur [nummer 3] bevat twee posten. De eerste post betreft ‘diverse administratieve werkzaamheden’ voor een bedrag van € 166,50 exclusief btw. iBright B.V. heeft betwist dat zij hiervoor moet betalen. Voor deze post heeft Countus B.V. echter al een creditfactuur met nummer [nummer 4] gestuurd. Deze creditfactuur heeft zij ook opgenomen in het overzicht van facturen waarop haar vordering is gebaseerd, zodat de kosten voor deze post feitelijk niet meer in rekening worden gebracht.
De tweede post op factuur [nummer 3] betreft ‘jaarwerk 2023’. Uit de bijgevoegde omschrijving blijkt dat deze post enerzijds ziet op de administratie en aangifte btw voor het 4e kwartaal van 2023. Hiervoor heeft Countus B.V. een bedrag gefactureerd van € 518,80 exclusief btw. In de e-mail van 22 september 2021 staat echter voor deze werkzaamheden een vaste prijsafspraak van € 335,00 exclusief btw per kwartaal, zodat hiervoor dit bedrag zal worden toegewezen. Anderzijds betreft deze post meerwerk. Dit meerwerk is ook gecrediteerd met de creditfactuur [nummer 4] , zodat dit feitelijk niet meer in rekening wordt gebracht. Dat betekent dat de kantonrechter voor deze facturen in totaal een bedrag van € 335,00 exclusief btw zal toewijzen. Het meerdere wordt afgewezen.
factuurnummer [nummer 1]
5.7.
Op deze factuur staan meerdere posten aangegeven. Deze zijn deels door iBright B.V. betwist.
 Advies
Deze post valt uiteen in fiscaal advies en juridisch advies. De in rekening gebrachte kosten van fiscaal advies betreffen de kosten die Countus B.V. bij haar eisvermindering heeft afgetrokken, exclusief btw. Countus B.V. heeft op de factuur echter wel btw in rekening gebracht. Dit btw-bedrag van (€ 2.748,50 * 21% btw=) € 577,19 is daarmee ten onrechte in rekening gebracht, en zal daarom worden afgewezen. Het juridisch advies is niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist. Niet blijkt dat hiervoor prijsafspraken zijn gemaakt, zodat het aangegeven bedrag van € 57,50 exclusief btw als redelijk loon zal worden toegewezen.
 Diverse werkzaamheden
Deze post betreft administratieve werkzaamheden. iBright B.V. heeft niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist dat hiervoor opdracht is gegeven. Niet blijkt dat hiervoor prijsafspraken zijn gemaakt, zodat het aangegeven bedrag van € 326,70 exclusief btw als redelijk loon zal worden toegewezen.
 Fiscale aangifte 2019, 2020 en 2021, inkomstenbelasting
Deze drie posten hebben te maken met de aangifte inkomstenbelasting van de partner van [persoon 1] , mevrouw [persoon 2] . iBright B.V. heeft niet betwist dat zij hiervoor opdracht heeft gegeven en dat de aangegeven werkzaamheden zijn uitgevoerd. Wel heeft zij aangevoerd dat hierover een prijsafspraak van € 175,00 was gemaakt. Countus B.V. heeft dat echter betwist. Volgens Countus B.V. is dit ook geen redelijk bedrag. Omdat iBright B.V. de door haar gestelde prijsafspraak verder niet heeft onderbouwd, blijkt daarvan onvoldoende. Daarom gaat de kantonrechter uit van de door Countus B.V. opgenomen bedragen en worden deze toegewezen. Dat betreft twee keer een bedrag van € 486,80 en een keer € 656,70 exclusief btw.
 Fiscale aangifte 2023 omzetbelasting en Jaarwerk 2023
Onder deze beide posten vallen volgens de omschrijving de aangifte omzetbelasting voor de eerst drie kwartalen van 2023, de administratie die daarbij hoort en (als meerwerk) het beantwoorden van vragen in verband hiermee. Al deze werkzaamheden vallen volgens de prijsafspraak van 22 september 2021 onder de ene post ‘boeken administratie en indienen aangifte btw’ met een kwartaalbedrag van € 335,00. Het is in ieder geval niet gebleken dat de op deze factuur als meerwerk omschreven werkzaamheden hier los van staan en dat daarvoor apart opdracht is gegeven. De kantonrechter zal daarom voor deze beide posten in totaal een bedrag van (drie kwartalen * € 335,00 =) € 1.005,00 exclusief btw toewijzen en het meerdere afwijzen.
 Jaarwerk 2022
Uit de omschrijving van deze post blijkt dat deze post enerzijds ziet op de aangifte omzetbelasting van het 4e kwartaal van 2022 en anderzijds op de daarbij behorende administratieve dienstverlening. Ook hier geldt dat deze werkzaamheden volgens de prijsafspraak van 22 september 2021 vallen onder de ene post ‘boeken administratie en indienen aangifte btw’ met een kwartaalbedrag van € 335,00. Countus lijkt zich op het standpunt te stellen dat de post op de factuur met omschrijving “ jaarwerk 2022” ziet op het jaarwerk (aangifte btw en administratie) voor het gehele jaar 2022. Bij e-mail van 15 maart 2024 voert Countus immers aan dat er in 2022 daadwerkelijk € 1.047,75 ex btw is gefactureerd en dat dit bijna geen verschil maakt met de prijsafspraak van september 2021. iBright heeft daarop gereageerd bij e-mail van 15 april 2024 dat zij al meerdere facturen voor 2022 hebben betaald en Countus verzocht om de betaalde facturen te vergelijken met de kosten die nu pas gefactureerd worden. De kantonrechter constateert dat de omschrijving op de specificatie bij “ jaarwerk 2022” niet lijkt te duiden op werkzaamheden over het gehele jaar, maar slechts op werkzaamheden over het vierde kwartaal 2022. Het had op de weg van Countus gelegen – mede gezien het reeds gevoerde verweer van iBright dat er al betaald was voor jaarwerk 2022 – om beter te onderbouwen dat met deze post het gehele jaarwerk (aangifte btw en administratie) in rekening is gebracht. De kantonrechter gaat ervan uit dat voor dit onderdeel niet meer in rekening kon worden gebracht dan het afgesproken bedrag van € 335,00 voor een kwartaal. Daarom zal de kantonrechter voor dit onderdeel een bedrag van € 335,00 exclusief btw toewijzen en het meerdere afwijzen.
5.8.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
factuurnummer [nummer 2]
147,88
factuurnummer [nummer 3] en [nummer 4]
335,00
factuurnummer [nummer 1]
 Advies € 57,50
3.354,50
 Diverse werkzaamheden € 326,70
 Fiscale aangifte 2019 € 486,80
 Fiscale aangifte 2020 € 486,80
 Fiscale aangifte 2021 € 656,70
 Fiscale aangifte 2023 omzetbelasting en Jaarwerk 2023 € 1.005,00
 Jaarwerk 2022 € 335,00
Hoofdsom exclusief btw
3.837,38
btw 21 %
805,85
Totaal hoofdsom inclusief btw
4.643,23
iBright B.V. mocht niet opschorten
5.9.
iBright B.V. heeft aangevoerd dat zij nog niet hoefde te betalen, omdat Countus B.V. te weinig uitleg had gegeven en de factuur met nummer [nummer 1] niet had uitgesplitst in meerdere facturen, terwijl zij dat wel had gevraagd. De kantonrechter begrijp dat iBright B.V. hiermee een beroep doet op opschorting. Op grond van artikel 6:52 Burgerlijk Wetboek (BW) is dat echter alleen mogelijk als iBright B.V. een opeisbare vordering had op Countus B.V. Dat heeft iBright B.V. echter niet gesteld en dat is ook niet gebleken. Daarbij is de kantonrechter van oordeel dat Countus B.V. meerdere keren een toelichting heeft gegeven en ook bereid was om nog een nadere mondelinge toelichting te geven. Daarvan heeft iBright B.V. echter expliciet geen gebruik gemaakt. Countus B.V. was niet verplicht om de aangegeven factuur te splitsen. Daarom gaat de kantonrechter aan dit verweer van iBright B.V. voorbij.
wettelijke rente
5.10.
Op grond van artikel 6:119 BW is een partij wettelijke rente verschuldigd vanaf de dag van verzuim. Als sprake is van een handelsovereenkomst, zoals hier (omdat beide partijen een besloten vennootschap zijn) mag op grond van artikel 6:119a BW de wettelijke handelsrente in rekening worden gebracht. Er is sprake van verzuim op het moment dat een partij zijn betalingsverplichting niet op tijd nakomt. Dat betekent in deze zaak dat het verzuim van iBright B.V. is ingetreden op het moment dat de betalingstermijn van 30 dagen na factuurdata was verstreken en zij nog niet had betaald.
Countus B.V. heeft een berekening van de wettelijke handelsrente tot aan de dagvaarding gemaakt. In die berekening is zij echter uitgegaan van haar oorspronkelijke hoofdsom en niet van de lagere hoofdsom na haar vermindering van eis. Dat betekent dat het door haar berekende bedrag van € 542,97 te hoog is. De kantonrechter zal daarom niet dit bedrag toewijzen, maar de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata over de toe te wijzen hoofdsommen, zoals in de beslissing aangegeven.
Buitengerechtelijke kosten
5.11.
Countus B.V. heeft een bedrag van € 1.448,44 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Daarbij heeft zij een beroep gedaan op haar algemene voorwaarden, waarbij de kantonrechter begrijpt dat zij heeft bedoeld artikel K lid 3 en niet het door haar genoemde artikel J lid 3.
iBright B.V. heeft de opdrachtbevestiging waarin naar de algemene voorwaarden wordt verwezen ondertekend. Weliswaar is zij niet gebonden aan het door haar betwiste artikel over het honorarium, maar zij heeft de overige bepalingen niet betwist. Ook heeft zij niet betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn of dat eerder geen of andere algemene voorwaarden van toepassing waren. Daarom komt de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst in beginsel voor toewijzing in aanmerking. In het onderhavige geval is de kantonrechter echter van oordeel dat er redenen zijn om het gevorderde bedrag op grond van het bepaalde in artikel 242 Rv te matigen, en wel op grond van de volgende omstandigheden:
- niet gesteld of gebleken is dat de werkelijke kosten van Countus B.V. hoger zijn dan het toepasselijke tarief van het Besluit,
- de aard en de omvang van de gestelde buitengerechtelijke werkzaamheden kunnen de toewijzing van de gevorderde vergoeding niet rechtvaardigen, omdat ze ook zien op de voorbereiding van deze procedure
- de hoofdsom waarover Countus B.V. de incassokosten heeft berekend heeft zij via een eisvermindering verlaagd. Bovendien is het bedrag dat de kantonrechter toewijst ook nog lager, zodat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (in de zin van artikel 6:2 BW) is om het toepasselijke tarief over de aanvankelijk gevorderde hoofdsom toe te wijzen. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten dan ook toewijzen tot het overeenkomen tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag. Daarmee wordt een bedrag van (€ 4.643,23 * 15% =) € 696,48 toegewezen.
5.12.
IBright B.V. is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Countus begroot de kantonrechter aan de hand van de toe te wijzen hoofdsom (€ 4.643,23) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 696,48) met een totaalbedrag van € 5.339,71op:
- kosten van de dagvaarding
122,35
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.478,35

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt iBright B.V. om aan Countus te betalen een bedrag van € 4.643,23, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt iBright B.V. in de proceskosten van € 696,48, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als iBright B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2025.