ECLI:NL:RBZWB:2025:5488
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor sloop en bouw in Oosterhout
Op 15 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, dat op 7 augustus 2025 een omgevingsvergunning heeft verleend voor de sloop van een oude schuur en de bouw van een garage op een specifiek adres in Oosterhout. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij bezwaren heeft tegen de verleende vergunning.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een zitting achterwege kan blijven. De vergunninghouder heeft aangegeven dat hij al is begonnen met de sloop van de schuur en heeft zorgen geuit over de stabiliteit van de constructie. Ondanks deze zorgen heeft verzoeker verzocht om stillegging van de werkzaamheden.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat hij op korte termijn niet in staat is om een weloverwogen oordeel te geven over het verzoek om voorlopige voorziening. Hij heeft daarom besloten om de werking van het bestreden besluit te schorsen tot uiterlijk twee weken na de zitting op 22 augustus 2025. Dit betekent dat de vergunninghouder tot die tijd geen gebruik mag maken van de verleende omgevingsvergunning en dat de sloopwerkzaamheden niet mogen worden uitgevoerd. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van griffier mr. T.A.A. van Hooijdonk, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.