ECLI:NL:RBZWB:2025:5493
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- Mr. Voorn
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over zorgregeling en spoedeisend belang in een echtscheidingskwestie met minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 juni 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die in het verleden gehuwd zijn geweest en gezamenlijk ouderlijk gezag hebben over hun twee minderjarige kinderen. De vrouw vorderde een wijziging van de zorgregeling, omdat zij zich zorgen maakte over de aanwezigheid van de nieuwe partner van de man tijdens de contactmomenten met de kinderen. De vrouw stelde dat de emotionele en sociale veiligheid van de kinderen in gevaar was door het gedrag van de partner van de man, die zij als instabiel beschreef. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2025 werd de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de belangen van de minderjarigen en de privacy van de partijen voorop stonden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de man reeds stappen had ondernomen om de zorgen van de vrouw te adresseren, door de contactmomenten in de woning van zijn stiefvader te laten plaatsvinden, waar de partner van de man niet aanwezig was. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw niet kon aantonen dat er sprake was van een spoedeisend belang, en verklaarde haar niet-ontvankelijk in haar vorderingen. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van communicatie tussen de ouders over het welzijn van de kinderen, zonder dat derden daarbij betrokken hoeven te worden.