ECLI:NL:RBZWB:2025:5496

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
15 augustus 2025
Zaaknummer
C/02/427263 FA RK 24-4596 (echtscheiding) en C/02/433637 FA RK 25-1630 (boedel)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Baggel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en boedelverdeling tussen partijen met overeenstemming over de nevenvoorzieningen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juli 2025 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die op 1999 in Bloemendaal met elkaar zijn gehuwd. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.S. Gerson, en de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.G.A. van Stratum, hebben een verzoek ingediend tot echtscheiding en de verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw heeft de Turkse en Nederlandse nationaliteit, terwijl de man alleen de Nederlandse nationaliteit bezit. Tijdens de procedure hebben partijen overeenstemming bereikt over de echtscheiding en de verdeling van hun bezittingen, waaronder de echtelijke woning, lijfrenteverzekeringen, een boot, een auto en een eenmanszaak. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de wijze van verdeling van de gemeenschappelijke goederen vastgesteld zoals in de beschikking is neergelegd. De rechtbank heeft de overige verzoeken van partijen afgewezen, aangezien deze zijn ingetrokken. De beschikking is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/427263 FA RK 24-4596 (
echtscheiding) en C/02/433637 FA RK 25-1630 (
boedel)
datum uitspraak: 1 juli 2025
beschikking betreffende echtscheiding
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de man,
advocaat mr. M.S. Gerson, gevestigd te Amsterdam,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. C.G.A. van Stratum, gevestigd te Den Haag.

1.Het procesverloop

1.1.
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 3 oktober 2024 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het op 3 januari 2025 ontvangen verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek met bijlagen;
- het op 4 februari 2025 ontvangen verweer op zelfstandig verzoek met bijlagen;
- het F9-formulier van mr. Gerson d.d. 4 februari 2025;
- het F9-formulier van mr. Gerson d.d. 14 mei 2025, met bijlage;
- het formulier Verdelen en verrekenen van mr. Stratum d.d. 19 mei 2025;
- het F9-formulier van mr. Stratum d.d. 6 juni 2025, met bijlage;
- het F9-formulier van mr. Gerson d.d. 6 juni 2025;
- het F9-formulier van mr. Gerson d.d. 6 juni 2025.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [datum] 1999 in de gemeente Bloemendaal met elkaar gehuwd in algehele gemeenschap van goederen.
2.2.
De vrouw bezit de Turkse en de Nederlandse nationaliteit en de man bezit de Nederlandse nationaliteit.

3.De verzoeken

3.1.
De man verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. tussen partijen gehuwd op [datum] 1999 te Bloemendaal de echtscheiding uit te spreken;
II. de inhoud van het convenant op te nemen in en te hechten aan de af te geven beschikking, indien partijen hun afspraken hebben kunnen vastleggen in een convenant;
III. wanneer het partijen niet is gelukt afspraken te maken en vast te leggen in een convenant de navolgende wijze van verdeling te bepalen dat:
Echtelijke woning
  • de vrouw met ingang van datum indiening van dit verzoekschrift, althans een door uw rechtbank te bepalen datum, totdat het eigendomsdeel van de man in de echtelijke woning is overgedragen en geleverd aan de vrouw of een derde, de volledige eigenaarslasten, de hypotheek, de (gemeentelijke) belastingen en verzekeringen dient te betalen als gebruikersvergoeding, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen vergoeding;
  • de woning uiterlijk binnen twee weken na datum afgifte van de beschikking, te koop zal moeten worden aangeboden;
  • de verkoop van de woning aan een derde geschiedt door middel van een opdracht aan een [makelaar];
  • indien partijen niet binnen twee weken na datum afgifte van de beschikking gezamenlijk een makelaar opdracht hebben gegeven tot verkoop, de man drie mogelijke makelaars kiest en de vrouw binnen een week nadat de man deze drie personen heeft gekozen daaruit één kiest. Indien de vrouw niet binnen een week daarna een keus heeft gemaakt, maakt de man de bindende keus. Daarna is ieder van hen afzonderlijk, mede namens de andere partij bevoegd tot het verstrekken van de opdracht aan de gekozen makelaar tot verkoop van de woning;
  • indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening aan de makelaar erin slagen gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de makelaar een door hem/haar vast te stellen bindende marktconforme vraagprijs bepaalt;
  • partijen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt, indien en voor zover die prijs volgens beide partijen, gezien de onroerendgoedmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is. In het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, zal de makelaar die naar beste weten en kunnen bindend bepalen;
  • als de verkooprijs bindend is vastgesteld beide partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning aan derden;
  • de hypothecaire geldlening bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zal worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning de netto-verkoopopbrengst tussen partijen bij helften moet worden gedeeld, dan wel dat ieder van partijen de helft van de restschuld zal dragen; iedere partij bij overdracht aan een derde gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en levering te dragen;
  • deze beschikking voor zover vereist in de plaats zal treden van de door partijen vereiste wilsverklaring/medewerking/handtekening voor wat betreft de verkoopopdracht respectievelijk verkoopovereenkomst en de notariële levering.
Inboedelgoederen
b. te bepalen dat de goederen die op de inboedellijst staan worden toebedeeld aan de man, evenals de goederen die in de boot aanwezig zijn;
Lijfrenteverzekeringen
c. te bepalen dat de lijfrenteverzekeringen van de man met kenmerk '[kenmerk 1]' ter waarde van ongeveer € 6.458 en zijn lijfrenteverzekering met kenmerk '[kenmerk 2]' ter waarde van ongeveer € 7.734,- worden toebedeeld aan de man en de lijfrenteverzekering van de vrouw met kenmerk '[kenmerk 3]' ter waarde van ongeveer € 19.642,- wordt toebedeeld aan de vrouw;
[boot]
d. te bepalen dat de boot ter waarde van € 131.250,- wordt toebedeeld aan de man;
Fiat, met het [kenteken]
e. te bepalen dat de Fiat ter waarde van € 4.500,- wordt toebedeeld aan de vrouw;
[eenmanszaak]
f. te bepalen dat de eenmanszaak van de vrouw aan haar wordt toebedeeld tegen een waarde van € 19.594,-;
Vorderingen op kinderen
g. te bepalen dat de vordering van partijen op de kinderen, die per 1 september 2024 € 200.743,84 bedroeg, bij helften wordt gedeeld.
3.2.
De vrouw voert verweer en verzoekt bij wijze van zelfstandig verzoek, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
A) De echtscheiding tussen partijen vast te stellen
B) De wijze van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap als volgt vast te stellen:
I. De echtelijke woning staande en gelegen aan het [adres] te [woonplaats] toe te delen aan de vrouw tegen de waarde die volgt uit het taxatierapport dat is overgelegd als productie 1 onder de verplichting om de daarop rustende hypothecaire geldleningen als eigen schuld te voldoen,
II. De wijze van verdeling van de vordering van partijen op hun kinderen aldus vast te stellen dat de vordering zal worden gesplitst zodanig dat er twee gelijke vorderingen met gelijkluidende leningscondities komen te bestaan, waarvan er één aan de man en één aan de vrouw zal worden toebedeeld, een en ander zonder nadere verrekening.
III. De wijze van verdeling van de lijfrentepolissen vast te stellen op de wijze zoals voorgesteld in par. 12.
IV. De [boot] toe te delen aan de man tegen de waarde van € 131.250,-
V. De Fiat toe te delen aan de vrouw tegen een waarde van € 4.500,00.
VI. De activa en passiva van de eenmanszaak toe te delen aan de vrouw tegen een waarde van € 19.594,00.
VII. De man te veroordelen om per saldo uit hoofde van overbedeling aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 14.804,19 + € 3.867.00 = € 18.671,19 binnen één week na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking bij gebreke waarvan de man de wettelijke rente verschuldigd is.
VIII. Te bepalen dat aanslagen en teruggaven IB tot 1 juli 2024 in de huwelijksgoederengemeenschap waarin partijen gehuwd zijn vallen onder de verplichting om deze bij helfte te voldoen c.q bij helfte te delen.
3.3.
De man voert verweer tegen de zelfstandige verzoeken van de vrouw en verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de verzoeken van de vrouw af te wijzen, voor zover hij er niet nadrukkelijk mee heeft ingestemd, en aanvullend te bepalen dat de vrouw de inboedelgoederen die aan de man worden toebedeeld onbeschadigd en compleet dient af te geven en/of beschikbaar te stellen aan de man, uiterlijk binnen twee weken na afgifte van uw beschikking.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de bij F9-formulier van 6 juni 2025 overgelegde brief is namens de vrouw bericht dat partijen algehele overeenstemming hebben bereikt. De vrouw verzoekt de bereikte overeenstemming op te nemen in de beschikking onder intrekking van het meer of anders verzochte. De overeenstemming luidt als volgt:
Echtscheiding:
Partijen handhaven het verzoek tot echtscheiding en de gronden waarop dat berust.
De tot de huwelijksgoederengemeenschap behorende activa en passiva worden als
volgt verdeeld tussen partijen.
Echtelijke woning
De echtelijke woning wordt toebedeeld aan de vrouw tegen een waarde van € 588.000,00 onder de verplichting om de daarop rustende hypotheek bij ASR over te nemen, als eigen schuld te voldoen onder ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van die schuld. De vrouw zal de eigenaars- en gebruikerslasten van de echtelijke woning voldoen tot aan de datum van levering van het onverdeeld aandeel van de man in de woning aan haar zonder nadere verrekening en zal voor het gebruik van de woning geen gebruiksvergoeding verschuldigd zijn.
Vordering zonen
De vordering van partijen op hun twee zonen wordt gesplitst in twee gelijke delen en worden
voortgezet onder dezelfde lening condities.
Vaar- en voertuigen
De [boot] wordt toebedeeld aan de man tegen een waarde van € 118.000,00. De auto Fiat wordt toebedeeld aan de vrouw tegen een waarde van € 4.500,00.
[eenmanszaak]
De activa van de eenmanszaak per 1 juli 2024 worden toebedeeld aan de vrouw onder de verplichting om de passiva van die eenmanszaak voor haar rekening te nemen onder vrijwaring van de man daarvoor. Partijen betrekken die activa en passiva voor een waarde van € 19.594 in de verdeling.
Polissen
De polissen bij Brand New Day ten name van partijen en de polis bij Nationale Nederlanden ten name van de man worden gesplitst zodat de verdeling daarvan geruisloos plaats kan vinden.
Inboedel
Aan de man wordt – naast de inboedelgoederen die hij reeds feitelijk in zijn bezit heeft – nog aanvullend toebedeeld zijn fiets, surfplank, motorboot, gitaren, Sonos-versterker en boormachine.
Aanslagen IB/Premie Zvw tot 1 juli
De man voldoet aan de vrouw een bedrag van € 4.903,39 wegens door de vrouw ontvangen (voorlopige) aanslagen IB/ZVW. Voor het overige voldoet ieder de eigen aanslagen en mogen zij de eigen teruggaven behouden. Partijen verklaring dat zij over en weer uit hoofde van de belastingaanslagen tot aan de peildatum niet meer van elkaar te vorderen hebben en sluiten te dien aanzien een vaststellingsovereenkomst.
Vergoedingsrechten
Partijen zien over en weer af van eventuele vergoedingsrechten/regresrechten voor zover die zien op de huwelijkse periode en de periode daarna tot aan de datum van deze brief en verklaren over en weer in dat verband niets van elkaar te vorderen te hebben.
Totale overbedelingsvordering
Uit hoofde van de verdeling van de echtelijke woning, voer- en vaartuigen, inboedel, eenmanszaak en polissen wordt de vrouw overbedeeld voor een bedrag van € 17.262,79. Met dat bedrag zal worden verrekend het bedrag wat de man aan de vrouw verschuldigd is uit hoofde van de belastingaanslag zoals vernoemd, zodat de vrouw per saldo aan de man verschuldigd is een bedrag van € 12.359,57. Dit bedrag zal door haar aan de man worden voldaan ter gelegenheid van de levering van het onverdeeld aandeel van de man in de echtelijke woning aan de vrouw. De vrouw zal dit bedrag voldoen aan de man uiterlijk één werkdag na levering van de woning aan haar door storting op een door de man aan te wijzen bankrekening.
4.2.
Bij F9-formulier van 6 juni 2025 is namens de man bevestigd dat partijen overeenstemming hebben bereikt. De man verzoekt de gemaakte afspraken zoals namens de vrouw naar voren zijn gebracht op te nemen in de beschikking. De rechtbank begrijpt hieruit dat de man zijn overige verzoeken intrekt.
4.3.
Uit voormelde brieven volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de echtscheiding en de nevenvoorzieningen. Deze overeenstemming komt de rechtbank niet ongegrond voor en zal op onderstaande wijze worden toegewezen.
4.4.
Nu de overige verzoeken zijn ingetrokken, kunnen deze verzoeken niet meer worden onderzocht en zullen deze worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
spreekt uit de echtscheiding tussen partijen, op [datum] 1999 in de gemeente Bloemendaal met elkaar gehuwd;
stelt, uitvoerbaar bij voorraad, de wijze van verdeling vast van de gemeenschappelijke goederen van partijen op de wijze zoals neergelegd in rechtsoverweging 4.1;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Baggel, en, in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink, griffier, in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2025.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.