Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
 - de moeder van betrokkene;
 
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. De rechtbank heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat, de moeder van de betrokkene en een psychiater aanwezig waren. De betrokkene verblijft in een accommodatie en heeft te maken met ernstige psychische problemen, waaronder een bipolaire-stemmingsstoornis. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de betrokkene zich verzet tegen de zorg en niet bij de accommodatie wil verblijven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is op ernstige psychische schade en gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. De betrokkene heeft in het verleden overlast veroorzaakt en vertoont gedrag dat voortvloeit uit haar psychische stoornis. Gezien de ernst van de situatie heeft de rechtbank besloten om de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De machtiging geldt tot en met 24 juli 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.