ECLI:NL:RBZWB:2025:5507

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 juli 2025
Publicatiedatum
15 augustus 2025
Zaaknummer
C/02/437204 / FA RK 25-3386
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1967. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade. De betrokkene verblijft in een accommodatie en heeft te maken met impulsdoorbraken die niet te hanteren zijn in de thuissituatie. Tijdens de zitting is de psychiater gehoord, die aangaf dat de betrokkene nog niet volledig hersteld is en dat er vermoedens zijn van een manische psychose. De rechtbank heeft op basis van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldt tot en met 24 juli 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/437204 / FA RK 25-3386
Datum uitspraak: 3 juli 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1967 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. M.W. Dieleman te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 1 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 juli 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de echtgenoot van betrokkene;
- dhr. [naam] , als psychiater verbonden aan [accommodatie] ;
Tevens was aanwezig een verpleegkundige verbonden aan [accommodatie] , welke niet is gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [accommodatie] . De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 30 juni 2025 afgegeven.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor de duur van drie weken.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat ze een jaar terug nog alles zelf deed in huis. Nu is ze ineens zomaar opgepakt, omdat het haar thuis te veel werd. Betrokkene ziet niet in waarom zij nu beschermd moet wonen. Betrokkene geeft aan haar rust te moeten nemen. Ze zou graag naar huis willen en denkt ook dat dit kan met eens per twee weken ambulante zorg. Namens betrokkene brengt de advocaat naar voren dat betrokkene niet goed begrijpt wat er aan de hand is. Ze wil niet bij [accommodatie] blijven en ze vindt het ook niet nodig. De vraag is of de zorg buiten het gedwongen kader kan plaatsvinden. Het lijkt de advocaat verstandig dat gekeken wordt wat er precies aan de hand is. Betrokkene zal niet langer hier moeten blijven dan nodig is en er zal niet meer zorg worden verricht dan wat strikt nodig is. Binnen die kaders zal de rechtbank een beslissing moeten nemen.
4.2.
De psychiater brengt tijdens de mondelinge behandeling naar voren dat op dit moment ene ander beeld van betrokkene te zien is dan toen ze binnenkwam. Voorafgaand aan de opname te [accommodatie] had de behandeling psychiater van de [ggz-instelling] het idee dat er sprake was van een psychose of manie. Toen de crisisdienst betrokkene beoordeelde leek sprake van katatonie; er was geen contact met haar te krijgen. Omdat er ook werd gedacht aan een delier is betrokkene in het ziekenhuis geweest, maar daar werden geen grote afwijkingen gevonden. De delier is opgeknapt en de katatonie ook met behulp van verplichte medicatie. Betrokkene vertoont gedurende de dag een wisselend beeld. Het ene moment is ze adequaat in gesprek, het andere moment heeft ze haar impulsen niet onder controle. Dit gebeurt vaker. Betrokkene begrijpt niet waarom ze moet blijven. De psychiater merkt dat betrokkene nog niet volledig is hersteld. Gekeken moet worden welke medicatie het meest passend is. De psychiater verwacht dat betrokkene ook in de thuissituatie nog impulsdoorbraken zal voortonen die daar niet te hanteren zijn. De psychiater vindt het beeld van betrokkene het meest passen bij een manische psychose, maar helemaal zeker is het nog niet.
4.3.
De echtgenoot van betrokkene vraagt zich af of de termijn van drie weken bindend is, of dat wanneer het na drie dagen al beter gaat betrokkene dan al naar huis mag.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade.
5.3.
Er is bij betrokkene sprake van impulsdoorbraken die lastig tot niet te hanteren zijn in de thuissituatie bij de [ggz-instelling]. Betrokkene is daarnaast niet in staat voor zichzelf te zorgen.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk overige dsm-5 stoornissen. Op dit moment wordt gedacht aan een manisch psychotisch toestandsbeeld.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedag] 1967 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in 5.6. staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 juli 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2025 door mr De Beer, rechter, in aanwezigheid van mr. Oude Weernink, griffier en op schrift gesteld op 17 juli 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.