ECLI:NL:RBZWB:2025:5512
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. De Beer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van een scheiding met beschuldigingen van mishandeling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 31 juli 2025 een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling vanwege ernstige zorgen over de ontwikkeling van de kinderen, die acuut en ernstig bedreigd zou zijn. De ouders van de kinderen zijn in scheiding en wonen niet meer samen. De minderjarigen wonen bij de vader en hebben geen contact met de moeder, terwijl er een co-ouderschapsregeling geldt voor de jongste minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling zijn beschuldigingen van mishandeling door de moeder naar voren gekomen, die door de moeder stellig worden ontkend. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstige ontwikkelingsbedreiging is en dat de ouders niet in staat zijn om deze bedreiging zelf weg te nemen, zelfs niet met hulpverlening. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Zeeland, met als doel een veiligheidsplan op te stellen en de situatie van de ouders en kinderen beter in kaart te brengen.