ECLI:NL:RBZWB:2025:5513

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
15 augustus 2025
Zaaknummer
C/02/436490 FA RK 25-3017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. de Beer
  • J. Oude Weernink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor inschrijving van minderjarige op school

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 augustus 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervangende toestemming voor de inschrijving van een minderjarige op een middelbare school. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.J.A. Burlet, verzocht om toestemming om haar minderjarige kind, geboren in 2009 in België, in te schrijven op een middelbare school in Nederland. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. I. de Dobbelaere-Woets, heeft middels een referteverklaring aangegeven geen verweer te willen voeren tegen het verzoek van de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw de Belgische nationaliteit bezit en de man de Nederlandse nationaliteit, wat internationale privaatrechtelijke aspecten met zich meebrengt. De rechtbank heeft geoordeeld dat zij rechtsmacht heeft en naar Nederlands recht dient te beslissen. Aangezien het verzoek op de wet is gegrond en de man zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw toegewezen. De rechtbank verleent de vrouw toestemming om het minderjarige kind in te schrijven op de middelbare school, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. De Beer, in tegenwoordigheid van griffier mr. Oude Weernink.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/436490 FA RK 25-3017
beschikking d.d. 7 augustus 2025
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. D.J.A. Burlet, gevestigd te Oostburg,
en
[de man],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. I. de Dobbelaere-Woets, gevestigd te Terneuzen.

1. Het verloop van het geding

1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 6 juni 2025 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de op 3 juli 2025 ontvangen referteverklaring van de man
1.2. Na te noemen minderjarige is gelet op haar leeftijd in staat gesteld haar mening kenbaar te maken tijdens een zogenoemd kindgesprek
.

2 Het verzoek

2.1.
De vrouw verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, vervangende toestemming te verlenen om het minderjarige kind van partijen [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2009 te [geboorteplaats] (België), te laten inschrijven op de middelbare school [school] te [adres] .

3.De vaststaande feiten

3.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest
3.2.
Uit hun huwelijk is het volgende, thans nog minderjarige kind geboren: [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2009 te [geboorteplaats] (België).
3.3.
De minderjarige woont bij de vrouw.
3.4.
De vrouw bezit de Belgische nationaliteit en de man bezit de Nederlandse
nationaliteit.

4.De beoordeling

4.1.
Vanwege de Belgische nationaliteit van de vrouw heeft de zaak internationaal privaatrechtelijke aspecten. De rechtbank heeft die ambtshalve beoordeeld en is daarbij van oordeel dat haar rechtsmacht toekomt en dat zij naar Nederlands recht dient te beslissen op de verzoeken.
4.2.
Door middel van voormelde referteverklaring heeft de man laten weten geen verweer te willen voeren tegen het verzoek.
4.3.
Aangezien het verzoek op de wet is gegrond en de man zich aan het oordeel van de rechtbank heeft gerefereerd, zal de rechtbank het verzoek van de vrouw toewijzen.

5.De beslissing

De rechtbank
geeft aan de vrouw – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – toestemming om het minderjarige kind van partijen [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2009 te [geboorteplaats] (België), te laten inschrijven op de middelbare school [school] te [adres] ;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Beer, en, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Oude Weernink, in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.