ECLI:NL:RBZWB:2025:5532
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep inzake niet tijdig beslissen op aanvraag om aanvullende compensatie voor werkelijke schade
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld. Eiseres heeft een verzoek ingediend op 2 oktober 2024 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade, maar stelt dat verweerder, de Dienst Toeslagen, niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres de ingebrekestelling te vroeg heeft verstuurd. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een betrokkene eerst het bestuursorgaan per brief op de hoogte stellen dat er binnen twee weken een beslissing moet komen. In dit geval was de beslistermijn nog niet verstreken op het moment dat eiseres de ingebrekestelling op 9 mei 2025 verstuurde. De rechtbank concludeert dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.