ECLI:NL:RBZWB:2025:5561
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak in de gemeente Veere
Op 19 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over de WOZ-waarde van een woning in de gemeente Veere. De belanghebbende, eigenaar van de woning, had beroep aangetekend tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die de waarde van de woning op 1 januari 2023 had vastgesteld op € 321.000. De heffingsambtenaar had deze waarde bepaald op basis van een taxatiematrix en vergelijkingsmethode, waarbij referentiewoningen in de omgeving waren gebruikt. De rechtbank heeft op 16 juli 2025 de zaak behandeld, maar de belanghebbende was afwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde niet te hoog had vastgesteld en dat de referentiewoningen voldoende vergelijkbaar waren met de woning van de belanghebbende. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar zijn bewijslast heeft voldaan en dat de vastgestelde waarde van € 321.000 in stand blijft. Het beroep van de belanghebbende is ongegrond verklaard, wat betekent dat de beschikking en de aanslag onroerendezaakbelastingen in stand blijven. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.