4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Inleiding
In de eerste helft van 2023 hebben in Terneuzen en Axel meerdere woninginbraken plaatsgevonden. Op 24 juni 2023 zijn verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een woninginbraak aan de [adres 5] . Het (vervolg)onderzoek heeft zich daarna gericht op woninginbraken waarbij sprake is geweest van een vergelijkbare modus operandi.
Verdachte wordt ervan verdacht samen met anderen te hebben ingebroken in de woningen aan de [adres 2] , de [adres 3] en de [adres 4] .
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij regelmatig samen met anderen woninginbraken heeft gepleegd en dat hij telkens in de buit heeft gedeeld. Hij ontkent echter dat hij heeft ingebroken in de woningen aan de hiervoor genoemde straten.
De rechtbank zal hierna per inbraak de vraag beantwoorden of verdachte daarbij betrokken was.
a.
a) [adres 2]
In de nacht van 11 mei 2023 is er ingebroken in de woning aan de [adres 2] . De daders hebben een raam kapot geslagen, hebben even gewacht op een reactie en zijn toen door het raam naar binnen geklommen. Zij hebben vervolgens de woning doorzocht. In de aangifte werden acht paar schoenen en twee tassen als vermist opgegeven.
Naar aanleiding van deze inbraak is er door de politie in en om de woning een onderzoek ingesteld en is op de vensterbank van het inklimraam een afdruk van een schoenzool gevonden. Dit spoor is vergeleken met de schoenen die medeverdachte [medeverdachte 1] droeg ten tijde van zijn aanhouding op 24 juni 2023. Uit dit vergelijkend onderzoek is gebleken dat het schoenspoor
mogelijkis veroorzaakt door een schoen die verdachte ten tijde van zijn aanhouding droeg.
Ook de telefoons die verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] bij zich hadden tijdens hun aanhouding op 24 juni 2023 zijn nader onderzocht. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat beide telefoons in de nacht van 11 mei 2023 rond 03:06 uur en 03:29 uur in de directe nabijheid van de woning aan de [adres 2] waren.
Verder heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] . Tijdens die doorzoeking is (een deel van) de buit aangetroffen.
Gelet op het feit dat verdachte in die periode in Terneuzen vaker samen met anderen woninginbraken heeft gepleegd, de buit onderling werd verdeeld, verdachte die nacht samen met medeverdachte [medeverdachte 1] bij de woning was en medeverdachte [medeverdachte 1] (een deel van) de buit had, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] heeft ingebroken in de woning aan de [adres 2] .
b) [adres 3]In de nacht van 18 juni 2023 is er ingebroken in de woning aan de [adres 3] . De daders hebben een raam kapot geslagen, hebben even gewacht op een reactie en zijn toen door het raam naar binnen geklommen. Zij hebben vervolgens de woning doorzocht. In de aangifte werden geld, een ring, een ketting, een kluisje, een harddisk en een kentekenbewijs als vermist opgegeven.
Volgens de gps-locaties van de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] was die telefoon die nacht rond 04:31 uur, 05:04 uur en 05:18 uur in de directe nabijheid van de woning aan de [adres 3] . Een deel van de buit is later tijdens de doorzoeking in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen.
De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat er ’s nachts in de woning aan de [adres 3] is ingebroken door in ieder geval medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte heeft medeverdachte [medeverdachte 1] de nacht van de inbraak met de auto opgehaald en naar Axel gebracht. Uit informatie van de telefoon van verdachte blijkt dat hij in de nachtelijke uren in Axel is geweest en meer in het bijzonder bij de [straat] , alsmede dat hij toen verschillende keren telefonisch contact heeft gehad met medeverdachte [medeverdachte 1] en hem heeft gewaarschuwd voor de politie. Gelet op het een en ander, in combinatie met het feit dat verdachte in die periode vaker samen met anderen woninginbraken heeft gepleegd en de buit onderling werd verdeeld, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste samenwerking en kan verdachte dus worden aangemerkt als medepleger van de woninginbraak.
c) [adres 4]
In de nacht van 10 mei 2023 is er ingebroken in de woning aan de [adres 4] . De daders hebben een raam kapot geslagen, hebben even gewacht op een reactie en zijn toen door het raam naar binnen geklommen. Zij hebben vervolgens de woning doorzocht. In de aangifte werden sieraden en geld als vermist opgegeven.
Volgens de gps-locaties van de telefoon van verdachte was die telefoon die nacht rond 04.41 uur in de directe nabijheid van de woning aan de [adres 4] . De telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] was die nacht rond 04:41 uur en 05:07 uur bij die woning. Om 04:55 uur is door medeverdachte [medeverdachte 1] op internet gezocht naar ‘P2000’ alarmeringen.
Gelet op het feit dat verdachte in die periode in Terneuzen vaker samen met anderen woninginbraken heeft gepleegd en die nacht samen met medeverdachte [medeverdachte 1] bij de woning was waarin is ingebroken, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] heeft ingebroken in de woning aan de [adres 4] .
Conclusie
De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Feit 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen heeft geprobeerd in te breken in de woningen aan de [adres 5] , de [adres 6] en de [adres 7] . Verdachte heeft dit bekend.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de poging tot inbraak in de woning aan het [adres 8] , nu niet is vast te stellen dat verdachte bij die woning aanwezig was ten tijde van de poging tot inbraak. De auto die verdachte had gehuurd is op dat tijdstip niet gesignaleerd. Ook heeft de telefoon van verdachte niet aangestraald bij die woning, terwijl dat wel het geval was bij de poging tot inbraak in de woning aan de [adres 7] diezelfde nacht, waarvan verdachte bekend heeft daarbij betrokken te zijn geweest.