Op 14 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om [minderjarige] voorlopig onder toezicht te stellen en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen, gezien de ernstige zorgen over zijn gezondheid en veiligheid. [minderjarige] was sinds 27 juni 2025 in een gezinshuis geplaatst, maar is op 29 juli 2025 weggelopen en verblijft sindsdien op een onbekende locatie, vermoedelijk op straat. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de lichamelijke en mentale gezondheid van [minderjarige], die verwaarlozing en zelfdestructief gedrag vertoont. De ouders hebben onvoldoende grip op zijn gedrag, wat de noodzaak van jeugdbescherming onderstreept.
De kinderrechter heeft besloten om [minderjarige] voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van twee weken en heeft de GI gemachtigd om hem uit huis te plaatsen in een gezinsgerichte voorziening. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De Raad, de ouders en de GI worden uitgenodigd om hun mening te geven tijdens een mondelinge behandeling die gepland staat voor een latere datum. De kinderrechter heeft de behandeling van de overige verzoeken aangehouden, in afwachting van deze mondelinge behandeling. De beschikking is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2025.