Op 6 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1979, die momenteel verblijft in een accommodatie en eerder vrijwillig is opgenomen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de betrokkene verklaard geen zin meer te hebben in de procedure en heeft hij de ruimte verlaten. De rechtbank heeft de behandeling voortgezet zonder de aanwezigheid van de betrokkene. De officier van justitie heeft verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor drie weken, omdat er sprake is van een dreigend gevaar voor de veiligheid van de betrokkene en anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een floride schizofreen beeld en dat er recent een agressie-incident heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend, omdat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is en de verplichte zorg noodzakelijk is om de veiligheid te waarborgen. De rechtbank heeft de verzoeken om andere zorgvormen afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk zijn gebleken. De machtiging geldt tot en met 27 januari 2025.