In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter heeft de zaak behandeld in een zitting met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De GI had verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen tot aan haar meerderjarigheid, omdat er zorgen waren over haar ontwikkeling en de ondersteuning die zij nodig heeft. De minderjarige heeft aangegeven dat het goed met haar gaat sinds zij weer bij haar moeder woont, maar de GI heeft twijfels over haar intrinsieke motivatie en de stabiliteit van haar situatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de betrokkenheid van de GI noodzakelijk blijft. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de noodzakelijke ondersteuning direct kan worden geboden. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.