In deze verzetzaak heeft [eiser] B.V. tijdig verzet aangetekend tegen een verstekvonnis waarin zij was veroordeeld tot betaling van twee facturen, buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke (handels)rente en proceskosten. De kantonrechter heeft het verstekvonnis bekrachtigd, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten. De procedure omvatte een verstekvonnis van 27 november 2024, een verzetdagvaarding van 19 december 2024, en verschillende conclusies van antwoord en repliek. De feiten tonen aan dat [gedaagde] B.V. werkzaamheden heeft verricht voor [eiser] in België, en dat er een zakelijke relatie tussen de partijen bestond. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] de openstaande facturen moest voldoen, ondanks de betwisting van de vordering door [eiser]. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten beoordeeld en de buitengerechtelijke incassokosten verlaagd van €740 naar €40. De kantonrechter heeft het verstekvonnis voor het overige bekrachtigd en [eiser] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde] B.V. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.