Op 7 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. Toekoen, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen. De zaak betreft de kinderen [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], die onder toezicht zijn gesteld van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er aanzienlijke zorgen zijn over de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarigen, waaronder problemen met schoolverzuim, basisverzorging en de emotionele toestand van de ouders. De ouders bagatelliseren of ontkennen de zorgen, wat leidt tot een verslechtering van de situatie. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengd voor de duur van één jaar, en de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] tot haar meerderjarigheid. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregel onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er beroep wordt ingesteld. De kinderrechter benadrukt de noodzaak van een veilige en stabiele leefomgeving voor de minderjarigen, waarin zij de nodige ondersteuning en structuur krijgen.