Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het mondelinge antwoord en de brief van 22 februari 2025 met producties
- de conclusie van repliek met productie
- de mondelinge toelichting met productie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een vordering ingesteld tegen de voormalige eigenaren van een appartement, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], voor het betalen van een VvE-bijdrage van € 809,06 en kosten voor de vervanging van sloten. De VvE stelt dat de voormalige eigenaren de automatische incasso van de bijdrage voor november 2023 hebben teruggeboekt en dat zij de kosten voor de vervangingen moeten vergoeden omdat zij niet alle sleutels en tags aan de koper hebben overgedragen. De voormalige eigenaren betwisten deze claims en stellen dat zij aan hun verplichtingen hebben voldaan.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de VvE geen juridische grondslag heeft voor haar vordering. Na de eigendomsoverdracht op 1 november 2023 waren [gedaagde 1] en [gedaagde 2] geen leden meer van de VvE en dus niet meer verplicht om de bijdrage te betalen. De rechter concludeert dat de VvE geen schade heeft geleden door de betaling van de koper aan de voormalige eigenaren, en dat de vordering tot vergoeding van de vervangingskosten ook niet kan worden toegewezen, omdat de VvE geen bewijs heeft geleverd van een verplichting van de voormalige eigenaren om bepaalde sleutels over te dragen.
De vorderingen van de VvE worden afgewezen en de VvE wordt veroordeeld in de proceskosten van de voormalige eigenaren, vastgesteld op € 100,-. Dit vonnis is uitgesproken op 20 augustus 2025.