Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 16 november 2024 te [woonplaats] , gemeente Zundert, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, de Schriekenweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos na het gebruik van alcoholhoudende drank te rijden en met een meer dan 50 kilometer per uur hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximum snelheid van 60 kilometer per uur te rijden en onvoldoende zijn snelheid te minderen bij het naderen van een of meerdere bocht(en), waardoor [slachtoffer 1] werd gedood en waardoor [slachtoffer 2] zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8 tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
op 16 november 2024 te [woonplaats] , gemeente Zundert, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,18 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
[benadeelde 1]vordert een schadevergoeding van € 6.554,86 voor feit 1 primair, bestaande uit € 500,= voor schade aan de tuin, € 179,99 voor kinderfiets 1, € 239,99 voor kinderfiets 2, € 134,50 voor gebruikte brandblussers en € 5.500,38 voor inkomstenderving.
€ 334,50 aan materiële schade.
[benadeelde 2]vordert vergoeding van affectieschade van € 20.000,= voor feit 1 primair.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 4 jaren;
[benadeelde 1]van € 334,50 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 november 2024 tot aan de dag der voldoening;
[benadeelde 1]€ 334,50 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 november 2024 tot aan de dag der voldoening;
[benadeelde 2]van € 20.000,= aan affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 november 2024 tot aan de dag der voldoening;
[benadeelde 2]€ 20.000,= te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 november 2024 tot aan de dag der voldoening;
hij op of omstreeks 16 november 2024 te [woonplaats] , gemeente Zundert, in elk geval
in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig,
daarmede rijdende over de weg, de Schriekenweg, zich zodanig heeft gedragen dat
een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos,
in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
na het gebruik van alcoholhoudende drank te rijden, en/of
met een meer dan 50 kilometer per uur hogere snelheid dan de aldaar voor
personenauto’s toegestane maximum snelheid van 60 kilometer per uur te rijden, in
elk geval te rijden met een (veel) hogere snelheid dan ter plaatse verantwoord was
en/of
onvoldoende zijn snelheid te minderen bij het naderen van een of meerdere
(scherpe) bocht(en), althans, niet de snelheid van dat door hem, verdachte,
bestuurde motorrijtuig zodanig te regelen dat hij in staat was zijn motorrijtuig
onder controle te houden en/of tot stilstand te brengen,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 1] ) werd gedood en/of
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk letsel, te
weten een gebroken borstbeen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste,
tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het
feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde,
zevende of negende lid van genoemde wet
( art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994, art 6 Wegenverkeerswet 1994 )
hij op of omstreeks 16 november 2024 te [woonplaats] , gemeente Zundert als
bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de
Schriekenweg,
na het gebruik van alcoholhoudende drank heeft gereden, en/of
met een meer dan 50 kilometer per uur hogere snelheid dan de aldaar voor
personenauto’s toegestane maximum snelheid van 60 kilometer per uur heeft
gereden, in elk geval heeft gereden met een (veel) hogere snelheid dan ter plaatse
verantwoord was en/of
onvoldoende zijn snelheid heeft geminderd bij het naderen van een of meerdere
(scherpe) bocht(en), althans, niet de snelheid van dat door hem, verdachte,
bestuurde motorrijtuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was zijn motorrijtuig
onder controle te houden en/of tot stilstand te brengen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
hij op of omstreeks 16 november 2024 te [woonplaats] , gemeente Zundert, als
bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na
zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij
een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de
Wegenverkeerswet 1994, 1,18 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram,
alcohol per milliliter bloed bleek te zijn
( art 8 lid 2 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994 )