Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
omstreeks 3 augustus 2024 te [plaats] , gemeente Moerdijk opzettelijk aanwezig heeft gehad 765,8 gram van een materiaal bevattende Alfa-PVP, zijnde Alfa-PVP een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 2 ten laste gelegde feit;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
een gevangenisstraf van drie maanden;
L.W. Boogert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.W. Schalk, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 augustus 2025.
10.Bijlage I
hij op of omstreeks 2/3 augustus 2024 te [plaats] , gemeente Moerdijk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 765,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Alfa-PVP, zijnde Alfa-PVP een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 2/3 augustus 2024 te [plaats] , gemeente Moerdijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn/haar mededaders, wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
te weten het:
- regelen van een loods, en/of
- bestellen van chemicaliën, en/of
- het voorhanden hebben van chemicaliën (Propanol 99,7%, TM62 Isopropylalalcohol, chemisch zuiver, Gedestilleerd water, demiwater, Aceton 99,60%, Zoutzuur 30%, Pyrrolidine, aceton, 2-propanol, Ethylacetaat), en/of
- het voorhanden hebben van gelaats-/gasmaskers en/of een vacuümvat en/of een vacuümpomp en/of labsteunen en/of een mixer en/of roerwerk en/of handschoenen en/of ketels en/of glaswerk en/of pH strips en/of rondbodemkolf en/of een pH meter;
( art 10a lid 1 ahf/sub 1 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 2 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3 Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )