ECLI:NL:RBZWB:2025:5784

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
27 augustus 2025
Zaaknummer
C/02/437808 / FA RK 25-3689
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • mr. Govaers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met alcoholverslaving en psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 juli 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1971 in [geboorteplaats], [geboorteland]. De officier van justitie had verzocht om deze machtiging voor de duur van zes maanden, omdat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Betrokkene heeft een geschiedenis van alcoholverslaving en heeft eerder verslavingszorg afgehouden. Tijdens de zitting op 31 juli 2025, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, zijn advocaat, een behandelaar en een verpleegkundig specialist gehoord. Betrokkene gaf aan niet opgenomen te willen worden en vond de zorg aan huis voldoende. De behandelaar en verpleegkundig specialist gaven echter aan dat er een noodzaak is voor onderzoek naar neurocognitieve stoornissen en dat betrokkene niet in staat is om op vrijwillige basis mee te werken aan de benodigde zorg.

De rechtbank oordeelde dat er sprake is van ernstig nadeel door de verslaving van betrokkene, wat zich uit in ernstige psychische schade, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene al jaren weigert om medewerking te verlenen aan behandelingen. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend en de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank benadrukte dat de toegewezen zorg niet langer moet duren dan strikt noodzakelijk en dat de situatie van betrokkene nauwlettend in de gaten moet worden gehouden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met het rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/437808 / FA RK 25-3689
Datum uitspraak: 31 juli 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1971 in [geboorteplaats] , [geboorteland] ,,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. Ph. van Kampen uit Goes.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 14 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 31 juli 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [persoon 1] , behandelaar;
  • [persoon 2] , verpleegkundig specialist.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene vertelt dat het niet goed met hem gaat, nu hij ziek is. Betrokkene geeft aan niet opgenomen te willen worden. Hij heeft zorg aan huis en vindt dat voldoende. Volgens betrokkene is hem in het ziekenhuis verteld dat er geen sprake is van Korsakov.
3.2.
De verpleegkundig specialist geeft desgevraagd aan dat het plan is om betrokkene te onderzoeken op neurocognitieve stoornissen. Het is niet mogelijk om dat onderzoek en de diagnostiek ambulant plaats te laten vinden. Er gaat dan voornamelijk gekeken worden naar het zorgpad Korsakov. Een dergelijk onderzoek kan niet op vrijwillige basis plaatsvinden. Er is nu ook al het vermoeden van een psychische stoornis en het zorgmijdende karakter van betrokkene is al veel langer aanwezig. Betrokkene heeft heel lang heel veel gedronken, maar hij is nu wat geminderd.
3.3.
De behandelaar vertelt dat het nu beter gaat met betrokkene dan een aantal maanden geleden. Betrokkene zegt geen problemen te hebben met zijn geheugen, maar de mentor denkt daar anders over. Het is met de thuiszorg die betrokkene nu heeft ook niet te bevestigen dat hij altijd zijn medicatie neemt, aangezien deze enkel voor hem klaar worden gelegd. Het is ook niet uit te sluiten dat betrokkene nog steeds heel veel drinkt. De behandelaar vertelt dat alle verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn voor de behandeling, waarbij ook ‘het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening’ noodzakelijk is.
3.4.
De advocaat van betrokkene bepleit primair afwijzing van het verzoek. Volgens hem is er geen sprake van ernstig nadeel. Er komt éénmaal per week een verpleegkundige langs en dagelijks iemand voor het huishouden. Die laat betrokkene altijd toe en hij is daar tevreden mee. Het is niet zo dat hij de zorg afhoudt. Ten aanzien van het ernstig lichamelijk letsel: betrokkene had al letsel, maar dat is geen ernstig nadeel in de zin van de wet. Er is sprake van fysiek letsel, waarna betrokkene automedicatie in de vorm van alcohol is gaan gebruiken. Verder is ernstige verwaarlozing als voornaamste vorm van ernstig nadeel aangeduid. Daarover merkt de advocaat op dat hijzelf niet wenst te wonen zoals betrokkene, maar dat betrokkene er tevreden mee is. Er is dus geen sprake van ernstige verwaarlozing en tevens is er geen sprake van maatschappelijke teloorgang. Betrokkene slaapt namelijk gewoon thuis.
Daarnaast betwist de advocaat dat betrokkene onvoldoende wilsbekwaam zou zijn. Hij heeft niets gemerkt van wat daarover is gesteld in de medische verklaring. Subsidiair bepleit de advocaat dat er een deskundigenonderzoek gelast dient te worden naar het ernstig nadeel en de wilsbekwaamheid bij betrokkene. Meer subsidiair is het volgens de advocaat niet nodig om betrokkene zes maanden op te nemen. Er zijn andere, minder ingrijpende mogelijkheden om betrokkene te diagnosticeren. Eventueel kan later, als het ambulant niet blijkt te lukken, nog om een wijziging machtiging worden verzocht.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk onder meer middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank oordeelt hierbij dat betrokkene willoos werktuig is van zijn verslaving. Betrokkene valt steeds terug in zijn verslaving en houdt al jarenlang verslavingszorg af omdat hij het nut daarvan niet inziet. Tevens is bij betrokkene eerder de ziekte van Wernicke, een voorstadium van de ziekte van Korsakov, opgetreden. Dit duidt dus niet enkel op lichamelijke klachten, maar ook op een neurologische aandoening die het gevolg is van jarenlange te hoge alcoholconsumptie en slechte voeding.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
4.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene een zorgmijder is, bekend met een forse alcoholverslaving. Hij is daarvoor meermaals opgenomen geweest voor detox en abstinentie, maar is kort na ontslag steeds weer teruggevallen. Er ontstaat steeds nieuwe somatische schade door de alcohol, waarvoor betrokkene telkens met spoed is opgenomen in het ziekenhuis. Verder is de woning van betrokkene flink vervuild en is betrokkene vermagerd en bleek en loopt hij moeizaam, dit alles brengt een verhoogd valrisico met zich mee. Daarnaast leeft betrokkene altijd binnen in zijn veel te warme woning en heeft hij geen sociale contacten buiten de thuiszorg en zijn zoon, maar de relatie met zijn zoon is ook aanzienlijk beschadigd door de verslaving van betrokkene. Naar het oordeel van de rechtbank is dit voldoende om aan te nemen dat er sprake is van ernstig nadeel in de zin van de wet. De rechtbank ziet derhalve niet de noodzaak om een deskundigenonderzoek te gelasten.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene weigert al jaren alle medewerking aan een behandeling met opname, diagnosestelling en het organiseren van gepaste zorg. Betrokkene weigert de verslavingszorgbehandeling en zijn ziektebesef en -inzicht zijn gebrekkig. De rechtbank neemt hierbij het wilsbekwaamheid-oordeel uit de medische verklaring over. Dit is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd. De rechtbank herkende wat daarover werd gesteld in de medische verklaring bij betrokkene en ziet daarom geen reden om hierover een deskundigenonderzoek te gelasten. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.7.
De rechtbank heeft de verzochte vormen ambtshalve aangevuld met ‘het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening’, nu zij hier de noodzaak van in kan zien.
4.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De dubbeldiagnose dient zijn beslag te krijgen in een besloten setting. Daardoor ziet de rechtbank geen alternatieve mogelijkheden. Verder kan de duur van de zorgmachtiging niet goed beperkt worden, aangezien het onduidelijk is hoe lang het onderzoek zal gaan duren. Daarbij benadrukt de rechtbank wel dat de toegewezen vormen van zorg niet langer ingezet dienen te worden dan strikt noodzakelijk.
4.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1971 in [geboorteplaats] , [geboorteland] ,, wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 4.6 staan kunnen worden toegepast;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
31 januari 2026.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2025 door mr. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 14 augustus 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.