ECLI:NL:RBZWB:2025:5819
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- K. Verhoeven
- C.H.M. Pastoors
- R.H.M. Pooyé
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel en afwijzing van het verzoek tot opheffing
Op 28 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse beoordeling van een ISD-maatregel. De veroordeelde, geboren in 1988 en gedetineerd in een bepaalde instelling, had eerder een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd gekregen voor de duur van twee jaar. Tijdens de zitting op 14 augustus 2025 werd de officier van justitie, mr. G.W. van der Burg, gehoord, evenals de veroordeelde en zijn raadsvrouw, mr. Van Vliet. De rechtbank ontving ook een voortgangsverslag van de senior casemanager van de instelling, waarin werd geadviseerd de ISD-maatregel voort te zetten. Dit advies was gebaseerd op het feit dat de veroordeelde zich onbehandelbaar opstelde en meerdere keren terugviel in drugsgebruik, wat leidde tot een hoog recidiverisico. De verdediging pleitte voor beëindiging van de maatregel, verwijzend naar positieve ontwikkelingen in de behandeling van de veroordeelde. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende duurzame gedragsverandering was aangetoond en dat de beëindiging van de maatregel zou leiden tot onveiligheid en overlast in de maatschappij. De rechtbank besloot daarom de ISD-maatregel voort te zetten en het verzoek tot beëindiging af te wijzen.