9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:diefstal, meermalen gepleegd;
feit 2:diefstal;
feit 3:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 4:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;
feit 5:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van drie maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
[benadeelde 2] (feit 1)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 2]van
€ 954,68 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
2 september 2020 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst af het overige deel van de vordering;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], € 954,68 aan materiële schade te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 september 2020 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 19 dagen gijzeling kunnen worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 4]van
€ 368,10 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
2 september 2020 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 4], € 368,10 aan materiële schade te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 september 2020 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 7 dagen gijzeling kunnen worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 5]van
€ 311,60 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
2 september 2020 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst af het overige deel van de vordering;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 5], € 311,60 aan materiële schade te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 september 2020 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 6 dagen gijzeling kunnen worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 10]van
€ 301,50 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering voor zover deze ziet op de proceskosten af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 10], € 301,50 aan materiële schade te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 6 dagen gijzeling kunnen worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 11]van
€ 70,14 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 11], € 70,14 aan materiële schade te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 1 dag gijzeling kunnen worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en H. Remerie, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.D.M. Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 augustus 2025.
De oudste rechter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
1
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 2 september 2020 te [plaats 2]
en/of [plaats 1],
portemonnees (met inhoud) waaronder pinpassen en creditcards, tassen (met
inhoud), sieraden, kledingstukken, sleutels en make-up, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan onder andere:
([locatie 1])
[benadeelde 1]
[benadeelde 2]
([locatie 2])
[benadeelde 3]
[benadeelde 4]
[benadeelde 5]
[benadeelde 6] en [benadeelde 7]
in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking,
door bij:
[locatie 1] (2 september 2020)
[locatie 2] (2 september 2020)
één of meerdere kluisjes open te breken/te verbreken;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 2 september 2020 te [plaats 1] althans in Nederland
een auto (Renault Kadjar kleur: grijs), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 2 september 2020 te Rotterdam
althans in Nederland
één of meerdere geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[benadeelde 4], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
door één of meermaals met onrechtmatig verkregen pinpassen, betaalpassen en/of
creditcards, althans passen waartoe de verdachte niet bevoegd was die te gebruiken,
(contactloos) geld te pinnen en/of betalingen te verrichten;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op of omstreeks 29 juni 2021 te [plaats 3], gemeente Venlo
portemonnees (met inhoud) waaronder pinpassen en creditcards, tassen (met
inhoud), sieraden, kledingstukken, sleutels en make-up, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan onder andere:
in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking,
één of meerdere kluisjes open te breken/te verbreken;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 29 juni 2021 te Venlo althans in
Nederland
één of meerdere geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[benadeelde 9] en/of [benadeelde 11], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die
weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse
sleutel, door één of meermaals met onrechtmatig verkregen pinpassen,
betaalpassen en/of creditcards, althans passen waartoe de verdachte niet bevoegd
was die te gebruiken, (contactloos) geld te pinnen en/of betalingen te verrichten;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )