Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
- [minderjarige 2] en [minderjarige 1] worden niet belast met de onrust tussen ouders: ouders praten niet of op neutrale wijze over elkaar ten aanzien van de kinderen en diens omgeving, zodat de kinderen niet belast worden met de negatieve gedachtegang van ouders over elkaar;
- [minderjarige 2] en [minderjarige 1] worden ondersteunt in hun ontwikkeling. Specifiek betekent dit dat [minderjarige 2] persoonlijke hulpverlening krijgt. Ten aanzien van [minderjarige 1] wordt de zorgboerderij opgestart, zodat er ook extra aandacht en hulp voor [minderjarige 1] is;
- [minderjarige 2] en [minderjarige 1] hebben een vader die geen belastende uitspraken doet t.a.v. de kinderen;
- De kinderen worden niet belast met financiële aspecten;
- Moeder voelt zich zekerder als opvoeder en kan omgaan met de gedragingen van haar kinderen.
6.De beslissing
[datum] 2025 om [uur], ten overstaan van mr. I. Dijkman, kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg aan de Kousteensedijk 2, 4331 JE;
uiterlijk 5 november 2025verslag te doen van hetgeen onder rechtsoverweging 5.10. is genoemd en daarbij een standpunt in te nemen over het verzoek;
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.