ECLI:NL:RBZWB:2025:5893

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 augustus 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
C/02/438880 / JE RK 25-1504
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Verschoor-Bergsma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nadere beschikking over spoedmachtiging en reguliere machtiging gesloten jeugdhulp

Op 22 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een zaak betreffende de spoedmachtiging en reguliere machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2009. De zaak werd behandeld in het kader van een rekestprocedure, waarbij de kinderrechter de verzoeken van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland heeft beoordeeld. De kinderrechter heeft de verzoeken om een spoedmachtiging voor gesloten plaatsing en een reguliere machtiging afgewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot herroeping van de eerder verleende spoedmachtiging. De mondelinge behandeling vond plaats met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader, de minderjarige en vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De kinderrechter heeft de belangen van de minderjarige in overweging genomen en geconcludeerd dat de zorgen over de minderjarige, die op dat moment spoorloos was, niet zijn weggenomen. De verzoeken zijn afgewezen, en de beslissing is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, waarbij belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak in beroep kunnen gaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummers: C/02/438880 / JE RK 25-1504 (
spoedverzoek gesloten plaatsing)
C/02/438899 / JE RK 25-1507 (
regulier verzoek gesloten plaatsing)
Datum uitspraak: 22 augustus 2025
Nadere beschikking van de kinderrechter over een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,
hierna te noemen: de GI,
gevestigd te Middelburg,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. R. Wouters te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [plaats 1] .
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [plaats 2] .

1.Het nadere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt mee in de beoordeling:
- de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 15 augustus 2025 en alle daarin genoemde en opgenomen stukken;
  • de (instemmende) verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, dhr. [persoon] , van 15 augustus 2025, ontvangen op 18 augustus 2025;
  • de verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, dhr. [persoon] , van 21 augustus 2025, ontvangen op 21 augustus 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2025. De kinderrechter heeft de zaken vanwege de inhoudelijke samenhang gelijktijdig met zaaknummer C/02/438846 / JE RK 25-1502 behandeld. Op zaaknummer C/02/438846 / JE RK 25-1502 wordt bij separate beschikking beslist, maar de beschikkingen dienen in samenhang worden gelezen.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 augustus 2025 zijn verschenen:
  • [minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat;
  • de vader;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI.
Vanwege de inhoudelijke samenhang met de zaken met zaaknummer C/02/438846 / JE RK 25-1502 zijn ook mr. J.J.J. Jansen, advocaat van de moeder en een vertegenwoordigster namens de Raad voor de Kinderbescherming, tijdens de mondelinge behandeling aanwezig.
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een (apart) gesprek met de kinderrechter gehad in aanwezigheid van zijn advocaat. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
Bij beschikking van deze rechtbank van 14 augustus 2025 is [minderjarige] , zonder voorafgaand horen van de belanghebbende(n), voorlopig onder toezicht gesteld en is er een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een gezinsgerichte voorziening verleend met ingang van 14 augustus 2025 en tot 28 augustus 2025. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.3.
Bij beschikking van deze rechtbank van 15 augustus 2025 is er, zonder voorafgaand horen van de belanghebbende(n), een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 15 augustus 2025 en tot 29 augustus 2025. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.4.
[minderjarige] verblijft op dit moment in een gezinhuis.

3.De verzoeken

In de zaak met zaaknummer C/02/438880 / JE RK 25-1504
3.1.
De GI verzoekt een spoedmachtiging te verlenen om [minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier weken. De GI verzoekt hierop te beslissen zonder de belanghebbenden te horen.
3.2.
Thans ligt nog ter beoordeling voor of sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die aanleiding geven voor herroeping van de afgegeven spoedmachtiging, alsmede het resterende deel van de spoedmachtiging voor de duur van 29 augustus 2025 tot en met 12 september 2025.
In de zaak met zaaknummer C/02/438899 / JE RK 25-1507
3.3.
De GI verzoekt daarnaast om aansluitend een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlenen voor zes maanden.

4.De beoordeling

4.1.
Bij beslissing van 15 augustus 2025 is een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 15 augustus 2025 en tot 29 augustus 2025, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden. De belanghebbenden zijn nu in de gelegenheid gesteld hun standpunten naar voren te brengen. Naar aanleiding daarvan oordeelt de kinderrechter dat niet is gebleken dat sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die aanleiding geven voor een ander oordeel. [minderjarige] was spoorloos en er waren grote zorgen over hem en waar hij zich mee bezig hield. Die beslissing zal dan ook niet worden herroepen.
4.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI het resterende deel van het spoedverzoek en het reguliere verzoek ingetrokken. Nu de verzoeken zijn ingetrokken, behoeven de verzoeken geen inhoudelijke beoordeling en beslissing meer. De kinderrechter zal de verzoeken dan ook afwijzen.

5.De beslissing

De kinderrechter:
In de zaak met zaaknummer C/02/438880 / JE RK 25-1504
5.1.
wijst het resterende deel van het verzoek af;
In de zaak met zaaknummer C/02/438899 / JE RK 25-1507
5.2.
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2025 door mr. Verschoor-Bergsma, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Vork, als griffier, en op schrift gesteld op 2 september 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.