In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervanging van de Gecertificeerde Instelling (GI) voor een minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige]. De GI, Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, verzocht om vervanging door Stichting Jeugdbescherming west Zeeland, omdat [minderjarige] inmiddels bij haar vader woont in een andere regio. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de huidige GI niet langer in staat is om de ondertoezichtstelling adequaat uit te voeren vanwege de afstand tot de nieuwe woonplaats van [minderjarige]. De vader stemde in met het verzoek tot vervanging, terwijl de moeder niet aanwezig was bij de mondelinge behandeling, maar wel op de hoogte was gesteld van het verzoek. De kinderrechter heeft de feiten en de standpunten van de betrokken partijen in overweging genomen en geconcludeerd dat de vervanging van de GI in het belang van [minderjarige] is. De kinderrechter heeft de GI vervangen door Stichting Jeugdbescherming west Zeeland, die zich bereid heeft verklaard de ondertoezichtstelling over te nemen. De beschikking is niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, aangezien tegen de beslissing tot vervanging van de GI enkel cassatie in het belang der wet openstaat.