ECLI:NL:RBZWB:2025:5905
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
 
- Mr. Weerkamp
 
- Rechtspraak.nl
 
Afwijzing verzoek zorgmachtiging wegens gebrek aan ernstig nadeel en alternatieven voor verplichte zorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 augustus 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1978. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond op het thuisadres van betrokkene, heeft deze aangegeven niet gehoord te willen worden, maar was aanvankelijk wel aanwezig. Betrokkene betwistte de noodzaak van de zorgmachtiging en stelde dat er geen sprake was van ernstig nadeel, ondanks meldingen van overlast door buren. Zijn advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat betrokkene zich kan handhaven in de maatschappij en dat de verzochte zorg niet proportioneel is. De behandelaar gaf aan dat er geen acuut psychotisch beeld was en dat er mogelijkheden waren voor vrijwillige hulpverlening. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was van ernstig nadeel en dat er alternatieven voorhanden waren. Daarom werd het verzoek om een zorgmachtiging afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en openbaar uitgesproken door mr. Weerkamp, met mr. De Haas als griffier.