ECLI:NL:RBZWB:2025:592
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bijzondere bijstand
Op 6 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening vroeg met betrekking tot de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom om bijzondere bijstand toe te kennen. De verzoeker, die wegens betalingsonmacht was vrijgesteld van griffierecht, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat er sprake was van spoedeisend belang.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de procedure voor voorlopige voorzieningen bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. De spoedeisendheid van het verzoek is daarbij van groot belang. De griffier had de verzoeker gevraagd om zijn spoedeisend belang nader toe te lichten en om inzicht te geven in zijn financiële situatie, inclusief een kopie van zijn laatste bankafschrift.
Echter, de verzoeker heeft niet op alle vragen van de griffier geantwoord en heeft geen inzicht gegeven in zijn financiële situatie. Hierdoor was er onvoldoende onderbouwing voor het spoedeisend belang bij het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten het verzoek af te wijzen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.