In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Ronasme B.V. en Axon Interieurbouw B.V. De kern van de zaak betreft de ontbinding van de huurovereenkomst tussen de verhuurder, Ronasme B.V., en de huurder, Axon Interieurbouw B.V., als gevolg van een huurachterstand. De huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van vijf jaar, met een maandelijkse huurprijs die jaarlijks werd geïndexeerd. De huurachterstand was opgelopen tot € 16.038,90, wat leidde tot de vordering van Ronasme B.V. om de overeenkomst te ontbinden en de bedrijfsruimte te ontruimen.
De procedure omvatte een tussenvonnis en een mondelinge behandeling, waarbij de kantonrechter de feiten en stellingen van beide partijen heeft overwogen. Axon Interieurbouw B.V. erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat deze was ontstaan door gezondheidsproblemen en een verminderde omzet. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand voldoende was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De rechter wees de vorderingen van Ronasme B.V. grotendeels toe, inclusief de ontruiming van het gehuurde en de betaling van de huurachterstand.
Daarnaast werden de proceskosten toegewezen aan Axon Interieurbouw B.V., die grotendeels in het ongelijk was gesteld. De kantonrechter heeft ook de gevorderde boeterente en buitengerechtelijke kosten toegewezen, maar de wettelijke rente afgewezen, conform eerdere jurisprudentie. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Axon Interieurbouw B.V. onmiddellijk aan de veroordelingen moet voldoen, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld.