Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Jeugdbescherming Brabant, locatie Etten-Leur,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
a. de zorg die in verband met het wegnemen van deze bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouder(s) die het gezag uitoefenen, niet of onvoldoende worden geaccepteerd door hen worden geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd zijn dat de ouder(s) die het gezag uitoefenen de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige in staat zijn te dragen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbare termijn.
6.De beslissing
dinsdag 6 januari 2026 pro formaen verzoekt de griffier van de rechtbank om deze zaak uiterlijk op deze pro forma datum, met inachtneming van eventuele verhinderdata van partijen en de afloopdatum van de machtiging tot uithuisplaatsing zoals hiervoor weergegeven, te plannen op een nader te bepalen zitting en de GI en de ouders hiervoor op te roepen én [minderjarige] in de gelegenheid te stellen haar mening te geven door haar uit te nodigen voor een gesprek met de kinderrechter;
uiterlijk twee weken voor de nader te bepalen zittingschriftelijk verslag uit te brengen;
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.