Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de akte van NS Reizigers;
- de antwoordakte van [gedaagde] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, aangespannen door NS Reizigers B.V. tegen een gedaagde partij, staat de vraag centraal of de gedaagde naast de hoofdsom van € 131,65, vermeerderd met wettelijke rente, ook buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten aan NS Reizigers verschuldigd is. De kantonrechter heeft op 3 september 2025 geoordeeld dat de gedaagde wel de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 moet betalen, maar niet de proceskosten. Dit oordeel is gebaseerd op de vaststelling dat NS Reizigers aan de wettelijke informatieplichten heeft voldaan en dat de gedaagde een consument is. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de proceskosten nodeloos zijn gemaakt door NS Reizigers, omdat zij niet voldoende heeft gewaarschuwd voor de mogelijkheid van een dagvaarding na de sommatiebrief van 22 maart 2024. Hierdoor zijn de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de hoofdsom en de buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding op 10 februari 2025.