Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 2:een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt waarbij [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- na het gebruik van alcoholhoudende drank te rijden en met een hogere snelheid dan ter plaatse verantwoord was en
- onvoldoende zijn snelheid te minderen bij het naderen van een bocht,
waardoor een ander genaamd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een verwonding aan de hals en thorax en enig(e) ribfracturen en een beschadiging aan de longen en een nier- en leverlaceratie terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een gevangenisstraf van 3 maanden;
ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 jaar.
- na het gebruik van alcoholhoudende drank te rijden, en/of met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximum snelheid van 80 kilometer per uur te rijden, in elk geval te rijden met een (veel) hogere snelheid dan ter plaatse verantwoord was en/of
- onvoldoende zijn snelheid te minderen bij het naderen van een of meerdere (scherpe) bocht(en), althans, niet de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig zodanig te regelen dat hij in staat was zijn motorrijtuig onder controle te houden en/of tot stilstand te brengen,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een verwonding aan de hals en thorax en/of enig(e) ribfracturen en/of een beschadiging aan een long/de longen en/of een nier- en leverlaceratie, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel
gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid van genoemde wet;
(art 6 Wegenverkeerswet 1994)
- na het gebruik van alcoholhoudende drank heeft gereden, en/of
- met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximum snelheid van 80 kilometer per uur heeft gereden, in elk geval heeft gereden met een (veel) hogere snelheid dan ter plaatse verantwoord was en/of
- onvoldoende zijn snelheid heeft geminderd bij het naderen van een of meerdere (scherpe) bocht(en), althans, niet de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was zijn motorrijtuig onder controle te houden en/of tot stilstand te brengen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(art 5 Wegenverkeerswet 1994)