ECLI:NL:RBZWB:2025:5989

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
C/02/438318 / FA RK 25-3937
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Govaers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en verplichte zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 augustus 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twee jaar aan betrokkene, geboren in 1991, die lijdt aan een psychische stoornis. De officier van justitie had verzocht om deze machtiging, omdat betrokkene, ondanks het ontvangen van medicatie, niet in staat is om zijn zorg op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en zijn omgeving. Tijdens de zitting is betrokkene gehoord, evenals zijn behandelaar, die de noodzaak van verplichte zorg heeft onderbouwd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene ontkent ooit een psychose te hebben gehad en zijn ziektebesef en -inzicht ontbreken. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging toegewezen, omdat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De machtiging geldt tot en met 14 augustus 2027.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/438318 / FA RK 25-3937
Datum uitspraak: 14 augustus 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1991 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. C.E.J.E. Kouijzer uit Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 28 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [naam] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, behandelaar.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot en met 16 augustus 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twee jaar.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene vertelt dat het oké met hem gaat. Hij krijgt iedere maand zijn medicatie door middel van een depot. Voor zover hij weet ervaart hij daar geen bijwerkingen van. Betrokkene wil liever geen zorgmachtiging meer, omdat hij het gevoel heeft dat het nooit ophoudt. Hij denkt erover na om naar het buitenland te verhuizen, maar is bang dat de zorgmachtiging hem daarbij in de weg gaat zitten.
4.2.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat het de afgelopen jaren stabiel is geweest. Ze zien hem eenmaal per maand voor de medicatie, maar vaker contact wil betrokkene niet. De behandelaar stelt dat ze vanuit de zorg graag de leefomgeving en manier van leven van betrokkene willen verbeteren, maar dat betrokkene dat niet toelaat. Er komen soms mensen om de woning op te ruimen, maar er komt ook steeds een hoop rommel bij. Zonder zijn medicatie zullen zijn klachten weer toenemen en wordt het gevaar groter en zonder zorgmachtiging neemt hij zijn medicatie niet. De zorgmachtiging is derhalve nodig om verder ernstig nadeel af te wenden. Hiervoor zijn het beperkte aantal verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk.
4.3.
De advocaat van betrokkene bepleit primair afwijzing van het verzoek. Betrokkene vindt het niet nodig en wil het niet. Subsidiair refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank. Er zijn slechts een beperkt aantal zorgvormen verzocht en de duur van twee jaar zou betrokkene ook wel fijn vinden. Hij is er dan weer even van af.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twee jaar. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank heeft ambtshalve geconcludeerd dat aan betrokkene ten minste de afgelopen vijf jaar aaneengesloten verplichte zorg is verleend. Op grond van artikel 6:5 aanhef en onder c van de Wvggz is de maximale duur van deze machtiging daarom twee jaar. Nu dit is verzocht en daartegen geen verweer is gevoerd, wijst de rechtbank het verzoek toe voor de verzochte duur.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Bij betrokkene uit zich dit in de vorm van schizofrenie en misbruik van cannabis.
5.4.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.5.
Uit de overgelegde stukken en wat ter zitting naar voren is gebracht blijkt dat bij betrokkene de psychotische verschijnselen door zijn depotmedicatie op de achtergrond zijn geraakt, waardoor moeheid en initiatiefverlies op de voorgrond zijn gekomen. De woning van betrokkene is, ondanks de thuisbegeleiding, nog steeds zeer matig verzorgd. Ook de zelfzorg is matig. De enige dagbesteding van betrokkene is gamen, waarbij hij niet open staat voor een andere dagbesteding. Bij een terugkeer van de psychose kan er wederom sprake zijn van zelfbeschadigend gedrag, agressie naar derden en een verergerde mate van zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Eerder heeft betrokkene een medecliënt ernstig fysiek aangevallen, zonder dat hij nadien spijt of schuldbesef vertoonde.
5.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.7.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene ontkent ooit een psychose te hebben gehad. Het ontbreekt hem vrijwel volledig aan ziektebesef en -inzicht. Betrokkene vindt zijn medicatie en de behandelingen vanuit het FACT-team onnodig en wil daarmee stoppen. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1991 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in 5.7 staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 augustus 2027.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2025 door mr. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 28 augustus 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.