ECLI:NL:RBZWB:2025:601

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 januari 2025
Publicatiedatum
7 februari 2025
Zaaknummer
C/02/430522 / FA RK 25-63
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging na zelfbindingsverklaring - beoordeling van verplichte zorg in het kader van psychische stoornis

Op 13 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan een betrokkene, geboren in 1997, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat er sprake is van ernstig nadeel. De betrokkene had eerder een zelfbindingsverklaring opgesteld, waarin hij instemde met verplichte zorg onder bepaalde omstandigheden. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 en 13 januari 2025 werd de betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, maar hij betwistte de noodzaak van de zorgmachtiging en de geldigheid van de beoordeling door de psychiater. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene onvoldoende ziektebesef en inzicht had, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De rechtbank wees de verzoeken van de betrokkene om herbeoordeling af, en oordeelde dat de zorgmachtiging noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank legde de maatregelen vast die onder de zorgmachtiging vallen, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Gremmen, rechter, in aanwezigheid van mr. Palings, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/430522 / FA RK 25-63
Datum uitspraak: 13 januari 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. H. van der Sluis-Westerlaan te Oosterhout.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 8 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [naam 1] , casemanager van het FACT-team.
Tevens was daarbij aanwezig, de heer [naam 2] , huisarts in opleiding van het FACT-team, die door de rechtbank niet is gehoord.
1.3.
Op 10 januari 2025 heeft de rechtbank de mondelinge behandeling van het verzoek geschorst. De mondelinge behandeling is op 13 januari 2025 voortgezet. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [naam 3] , psychiater (
  • mevrouw [naam 1] , casemanager van het FACT-team;
  • de ouders van betrokkene.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging naar aanleiding van een zelfbindingsverklaring voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Tijdens de mondelinge behandelingen geeft betrokkene aan dat hij het niet eens is met het verzoek. Allereerst benoemt betrokkene dat hij de beoordeling door de onafhankelijk psychiater niet geldig vindt en dat deze beoordeling met onvoldoende waarborgen is omkleed. Hij heeft bij de onafhankelijk psychiater verzocht om de aanwezigheid van een door hem gekozen advocaat. Hieraan is geen gevolg gegeven. Betrokkene wil dan ook graag een herbeoordeling in aanwezigheid van zijn advocaat, nu het gesprek in een rechtszaak wordt gebruikt. Verder betwist betrokkene dat er sprake is van een situatie zoals beschreven in de zelfbindingsverklaring. Er is geen sprake van een psychose en er is geen ernstig nadeel zoals in de stukken en door de psychiater, de casemanager en zijn ouders wordt beschreven. Er is niets met hem aan de hand en hij heeft geen rare gedachtes. In de medische verklaring is opgenomen dat betrokkene achterdochtig en angstig is, maar deze conclusie kan niet worden getrokken vanwege de wens om een advocaat bij de beoordeling aanwezig te hebben. Ook kan zijn religie niet als argument worden gebruikt om te onderbouwen dat hij psychotisch is. De ouders van betrokkene hebben een beeld geschetst dat niet volledig klopt danwel uit context is gehaald. Dit komt vanwege de angst van de ouders voor het herval van betrokkene in een psychose. Het gaat gewoon goed thuis. Al merkt hij thuis wel op dat er dingen niet kloppen, waar hij videobewijs van heeft. Betrokkene heeft twee broeken van zijn moeder gekregen in dezelfde maat. De ene dag paste beide broeken perfect en een dag later was een van de broeken te groot. Ook is betrokkene weleens s ’nachts wakker geworden toen de deur open stond. Dat is de reden dat hij de deur op de knip doet. Desgevraagd geeft hij aan dat hij ontslag heeft genomen op zijn werk, omdat hij geen klik had met zijn nieuwe collega’s. Betrokkene zou op vakantie gaan naar Amerika maar dat is niet doorgegaan, omdat zijn ouders tegen zijn vrienden hebben gezegd dat hij psychotisch is. Na de vakantie zou hij een nieuwe baan gaan zoeken. Het incident waarbij betrokkene in het water zou zijn gelopen, is onwaar. Hij weet dat hij niet over water kan lopen. Ook klopt het niet dat hij slecht slaapt en dat hij staart. Betrokkene heeft zijn dag- en nachtritme omgedraaid om te voorkomen dat hij in Amerika een jetlag zou hebben. Overdag gamet betrokkene veel. Voorts benoemt hij dat hij wel bereid is om hulpverlening van het FACT-team te accepteren. Op dit moment heeft hij nog eens per twee weken ambulante begeleiding van het FACT-team. Wanneer betrokkene zegt dat het goed met hem gaat wordt dit echter niet geloofd en wordt er gesteld dat betrokkene geen openheid van zaken geeft. Medicamenteuze behandeling wil betrokkene pertinent niet.
3.2.
Namens betrokkene is door de advocaat afwijzing van het verzoek bepleit. Er wordt niet voldaan aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging naar aanleiding van de zelfbindingsverklaring van betrokkene. De advocaat begrijpt dat de ouders het beste voor betrokkene willen. Dit is echter niet het criterium voor het verlenen van verplichte zorg. In de zelfbindingsverklaring is opgenomen dat verplichte zorg kan worden verleend wanneer betrokkene erg psychotisch is. Hiervan is op het moment geen sprake. De advocaat vindt het belangrijk om op te merken dat – zoals ook door de behandelend psychiater naar voren is gebracht – nu geen sprake is van een floride psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene kan zich goed verwoorden en legt duidelijk uit waarom hij iets doet. De omstandigheden die door de ouders van betrokkene worden benoemd, waaronder dat betrokkene druk is met het geloof en het voorval met de broeken, kunnen niet als voorbeelden voor een psychotische stoornis worden gebruikt. Voorts is in de zelfbindingverklaring opgenomen onder welke omstandigheden aan betrokkene verplichte zorg kan worden verleend. Van dergelijke omstandigheden is op het moment geen sprake. Er is geen sprake van een dusdanige situatie dat verplichte zorg kan worden toegepast. Betrokkene leeft zijn eigen leven, maar er is geen sprake van afzondering. Betrokkene kan evenmin als onhandelbaar worden omschreven. Ook maakt dat het werk van betrokkene hem niet meer bevalt en hij graag een andere kant op wil, nog niet dat betrokkene op sociaal-maatschappelijk vlak stagneert. Er is op het moment dan ook geen sprake van ernstig nadeel. Betrokkene leeft een ander leven dan wat van hem gewend is, dit maakt echter nog niet dat er sprake is van maatschappelijke teloorgang. De advocaat ziet daarnaast ook geen ernstig nadeel voor de fysieke gezondheid van betrokkene.
3.3.
De psychiater stelt dat het verzoek dient te worden toegewezen. Bij betrokkene is sprake van een psychische stoornis. Het hebben van een psychose is niet even duidelijk als het al dan niet breken van je been. Een psychose is een denkstoornis die er langzaam insluipt. Dit begint vaak subtiel en de eerste signalen zijn sluipend. Hierin zijn verschillende gradaties. Hoewel betrokkene nog geen floride psychotisch toestandsbeeld laat zien, is er sprake van een psychotische stoornis. Er zijn voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat er aan de criteria wordt voldaan. De psychiater ziet daarvoor kenmerken in het vooropstaan van het geloof, het terugtrekken en het omdraaien van het dag- en nachtritme. Dit zijn tekenen dat het in de prikkelreductie en de gedachten van betrokkene niet goed gaat. Daarbij licht de psychiater nog toe dat betrokkene op het moment nog in staat is om de controle te herpakken en een gesprek te voeren. De gedragsveranderingen die bij betrokkene worden waargenomen, komen overeen met de omstandigheden die zijn omschreven in de zelfbindingsverklaring. De zelfbindingsverklaring is bedoeld om acuut gevaar te voorkomen. Inmiddels is het functioneren van betrokkene dusdanig belemmerd, dat de psychiater dit niet kan negeren. Betrokkene heeft zijn werk opgezegd, ouders herkennen de gedragsveranderingen van een eerdere psychose van betrokkene, er heeft zich een incident voorgedaan waarbij betrokkene in het water is gevallen en ook de vrienden van betrokkene hebben besloten om betrokkene niet mee te nemen op vakantie vanwege de gedragsveranderingen. Opnieuw een floride psychose moet worden voorkomen. Schade aan het brein is immers groot bij iedere psychose, waarbij het altijd maar de vraag is of iemand terugkomt op het oude niveau van functioneren. Het is dan ook noodzakelijk om de medicatie inname weer op te starten. Betrokkene heeft de medicatie nodig om de stabiliteit te behouden en zijn gedachtes te ordenen.
3.4.
De casemanager benoemt dat zij bij betrokkene een duidelijke gedragsverandering waarneemt. Als betrokkene zijn medicatie accepteert lukt het hem om goed te functioneren en was betrokkene stabiel. Dit is op het moment anders. Sinds dat betrokkene, in maart 2024, gestopt is met het accepteren van de depotmedicatie is het geloof van betrokkene het enige gespreksonderwerp en is er sprake van achterdocht bij betrokkene. Betrokkene verliest zich in een niet reële wereld. Er heeft een incident plaatsgevonden waarbij betrokkene naar de kerk is gegaan. Na een uur kwam betrokkene drijfnat zonder schoenen en een deel van zijn kleding terug. Daaromtrent kwam het verhaal dat betrokkene in de veronderstelling verkeerde dat hij over water kon lopen en daardoor in het kanaal is gevallen. Betrokkene betwist dit, maar wat er wel is gebeurd wordt voor de casemanager niet duidelijk. In de korte periode dat de casemanager betrokkene eens per twee weken ziet, lukt het betrokkene wel om de controle te behouden en lukt het niet om informatie van betrokkene te krijgen. Hij geeft in de gesprekken enkel aan dat alles goed met hem gaat en laat niet het achterste van zijn tong zien. De ouders hebben de vorige psychose van betrokkene ook meegemaakt en herkennen daar veel van.
3.5.
Door de ouders is tijdens de nadere mondelinge behandeling naar voren gebracht dat zij zich ernstig zorgen maken om betrokkene. De ouders zien een duidelijke gedragsverandering ten opzichte van toen hij zijn medicatie wel accepteerde. De ouders zien dat betrokkene in een psychose geraakt. Daarbij herkennen de ouders veel kenmerken van een eerdere psychotische ontregeling van betrokkene. Hij is obsessief met het geloof bezig. Alle gesprekken gaan daarover. Op een gegeven moment ging hij niet meer naar de kerk of sporten, at hij niet meer mee en zei hij thuis nauwelijks meer iets. Ook heeft betrokkene ontslag genomen op zijn werk. Betrokkene slaapt overdag en is ’s nachts wakker. Soms doucht hij zich obsessief en staat hij ’s nachts gedurende een lange tijd in de badkamer. Betrokkene haalt de stekker van de magnetron uit het stopcontact en doet de deuren op de knip. Verder dacht betrokkene dat hij over water kon lopen en is daardoor in het water gevallen. Daar heeft de moeder een gesprek over gehad met betrokkene, waarin hij dat heeft toegegeven. Betrokkene blijft bij de ouders aangeven dat er dingen in het huis niet kloppen en dat zij leven in een geestenwereld. Zo heeft betrokkene een filmpje van twee broeken die te groot zouden zijn en vervolgens ineens weer passen en maakte hij zich druk om de verlichting in de kerstboom. Op dergelijke momenten is betrokkene heel fel en zien de ouders duidelijk dat er iets met hem aan de hand is. Ook doet hij voor de ouders dreigende uitspraken en staart hij in het niets. Daarnaast krijgen de ouders meldingen van vrienden, de kerk en het werk van betrokkene, dat hij daar zorgelijk gedrag vertoont. De vrienden waren bang om hem mee te nemen op vakantie naar Amerika, vanwege de gedragsveranderingen die ze bij hem zien. Betrokkene had ook al nauwelijks meer contact met zijn vrienden.
Al met al geven de ouders aan dat het de verkeerde kant op gaat met betrokkene. De ouders zien dan ook dat betrokkene voldoet aan de omstandigheden zoals die zijn opgenomen in de zelfbindingsverklaring. De ouders zouden graag zien dat betrokkene zijn medicatie weer accepteert, maar dit is niet bespreekbaar voor betrokkene. Een opname willen de ouders graag voorkomen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene kenbaar gemaakt dat hij een nieuwe onafhankelijke beoordeling wenst in aanwezigheid van een advocaat. Hoewel de rechtbank betrokkene begrijpt in zijn wens, is dit voor de rechtbank geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek voor een herbeoordeling. De beoordeling door de onafhankelijk psychater is een medisch onderzoek, waarbij de aanwezigheid van een advocaat niet vereist is. De rechtbank ziet dan ook geen (juridische) gronden om dit verzoek van betrokkene toe te wijzen. Dat de advocaat van betrokkene niet bij de onafhankelijke beoordeling aanwezig is geweest, geeft de rechtbank evenmin aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen van de onafhankelijk psychiater in de medische verklaring. De onafhankelijk psychiater heeft vanuit eigen onderzoek en aan de hand van dossierstudie de medische verklaring opgesteld. In de medische verklaring heeft de onafhankelijk psychiater bovendien opgenomen dat het huidige toestandsbeeld van betrokkene en het ernstig nadeel dat daaruit voortvloeit dergelijke uitstel niet kan verdragen. De rechtbank gaat dan ook aan het verzoek van betrokkene voorbij.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene heeft eerder tweemaal een langdurige psychose doorgemaakt. Sinds maart 2024 is betrokkene gestopt met het accepteren van de antipsychotica, waarna betrokkene in toenemende mate het contact met de realiteit lijkt te verliezen. Dat – zoals door de psychiater tijdens de mondelinge behandeling is toegelicht – op het moment (nog) geen sprake is van een floride psychotische toestandsbeeld, neemt niet weg dat er wel sprake is van een psychische stoornis met een psychotisch beeld. De rechtbank ziet – anders dan door en namens betrokkene is bepleit – dan ook geen reden om aan de bevindingen in de medische verklaring en de toelichting van de psychiater tijdens de mondelinge behandeling te twijfelen.
4.4.
Betrokkene heeft samen met zijn toenmalig zorgverantwoordelijke en de geneesheer-directeur een zelfbindingsverklaring opgesteld op grond van artikel 4:1 Wvggz. Op het moment dat ernstig nadeel dreigt en er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, dient er een verzoek voor een zorgmachtiging bij de rechtbank te worden ingediend, waarna de rechtbank op grond van artikel 6:2 lid 1 onder d Wvggz binnen drie werkdagen beslist op het verzoek. De rechtbank oordeelt dat deze zelfbindingsverklaring voldoet aan de vereisten. De verklaring is mede door betrokkene zelf ondertekend en is geldig tot 22 februari 2027. Uit de wilsbekwaamheidsverklaring van psychiater dr. [naam 4] van 15 december 2020 volgt dat betrokkene destijds in staat was tot een redelijke waardering van zijn belangen inzake deze zelfbindingsverklaring. De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of er sprake is van de omstandigheden die in de zelfbindingsverklaring staan, in welk geval betrokkene wil dat er zo nodig verplichte zorg wordt verleend.
4.5.
In de zelfbindingsverklaring worden de volgende omstandigheden genoemd op grond waarvan betrokkene wil dat er zo nodig verplichte zorg wordt verleend om ernstig nadeel te voorkomen. Betrokkene heeft inmiddels de ervaring opgedaan dat hij psychotisch kan worden wanneer betrokkene zijn medicatie niet meer inneemt zoals aan hem is voorgeschreven. Wanneer betrokkene psychotisch wordt, zondert hij zich af en wil hij niets meer te maken hebben met zijn familie of de hulpverleners. Betrokkene gaat dan rituele uitvoeren en vertoont gedrag dat voor anderen niet navolgbaar is. Ook dreigt betrokkene iedereen die hem dierbaar is te verliezen, waaronder zijn familie en vrienden. Betrokkene is dan voor zijn ouders en familie vrijwel onhandelbaar en laat niemand meer toe. Bovendien stagneert betrokkene volledig op sociaal-maatschappelijk vlak.
4.6.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat er sprake is van omstandigheden zoals die genoemd worden in de zelfbindingsverklaring, waarbij betrokkene wenst dat hem verplichte zorg wordt verleend.
4.7.
Het gedrag van betrokkene als gevolg van zijn psychische stoornis leidt, volgens de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling, tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op
- ernstig lichamelijk letsel;
- maatschappelijke teloorgang;
Daarbij overweegt de rechtbank dat er bij betrokkene sprake is van een duidelijke gedragsverandering. Betrokkene trekt zich in toenemende mate terug en put zichzelf uit. Zo heeft betrokkene, al dan niet vanwege zijn geplande vakantie, zijn dag- en nachtritme omgedraaid en heeft betrokkene zijn baan opgezegd. De vakantie van betrokkene heeft geen doorgang kunnen vinden en betrokkene zit hele dagen, veelal alleen, thuis. Zijn dagbesteding bestaat uit gamen. Vanuit de achterdocht van betrokkene dreigen er conflicten te ontstaan in de thuissituatie en vertoont betrokkene onnavolgbaar gedrag, waardoor de familie van betrokkene zich niet altijd meer veilig voelt. Betrokkene is in zijn gedrag nagenoeg alleen nog maar gefocust op zijn geloof en lijkt zich hierin te verliezen. Zo zou betrokkene met een bijbel onder de arm het water in zijn gelopen, waarna hij volledig doorweekt weer thuis is teruggekeerd. Betrokkene stagneert op sociaal-maatschappelijk vlak en dreigt iedereen die hem dierbaar is te verliezen. Voorkomen moet worden dat betrokkene verder stagneert en dat er meer ernstig nadeel ontstaat, mede vanwege het aanzienlijke risico op psychische schade bij verdere psychotische ontregeling. Gelet op artikel 4:1 lid 2 sub a Wvggz wordt immers in de zelfbindingsverklaring beschreven onder welke omstandigheden verplichte zorg aan betrokkene moet worden verleend om ernstig nadeel te voorkomen. In de enkele betwisting van betrokkene van de gedragingen, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan deze bevindingen en de toelichtingen te twijfelen. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat de ouders en de behandelaren er geen belang bij hebben om onjuistheden over betrokkene te vertellen.
4.8.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.9.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling volgt dat betrokkene onvoldoende bereid is om (vrijwillig) mee te werken aan de benodigde behandeling. Betrokkene weigert de noodzakelijk geachte (medicamenteuze) behandeling. Het ontbreekt betrokkene daarbij momenteel aan ziektebesef en ziekte-inzicht. Daarom is verplichte zorg nodig.
4.10.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de zelfbindingsverklaring, de medische verklaring, het zorgplan, en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid –
in het geval van opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
– hieronder dient te worden verstaan dat betrokkene contact moet blijven onderhouden met het FACT-team;
- opnemen in een accommodatie –
op het moment dat ambulante zorg onvoldoende is.
4.11.
De officier verzoekt de verplichte vorm van zorg ‘het verrichten van medische controles’ op te nemen in de zorgmachtiging. Uit de zelfbindingsverklaring blijkt niet expliciet dat betrokkene met deze vorm van zorg instemt. De rechtbank stelt vast dat, hoewel deze vorm niet expliciet in de zelfbindingsverklaring is vermeld, deze zorgvorm wel door betrokkene en zijn toenmalig zorgverantwoordelijke is beoogd, nu deze zorgvorm over het algemeen inherent is aan de zorgvorm het toedienen van medicatie. Het verrichten van medische controles biedt immers de mogelijkheid om de werking van de toegediende medicatie te monitoren.
4.12.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.13.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
4.14.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. In de zelfbindingsverklaring is opgenomen dat het verlenen van verplichte zorg net zolang mag duren als dat betrokkene niet in staat is om zelfstandig te oordelen over zijn medische psychiatrische situatie en er gevaar voortvloeit uit de bestaande psychiatrische stoornis. De rechtbank acht in dit licht een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden passend. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 4.10 kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
13 juli 2025;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2025 door mr. Gremmen, rechter, in aanwezigheid van mr. Palings, griffier en op schrift gesteld op 23 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.