Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
en met 27 juli 2021 te [plaats]
geldbedragen heeft verworven en voorhanden heeft gehad en van geldbedragen, gebruik heeft gemaakt, door
- op een bankrekening op naam gesteld van [verdachte] en/of mevrouw [medeverdachte]
[medeverdachte] met bankrekeningnummer [rekeningnummer] telkens geldbedragen te ontvangen afkomstig van bankrekeningen op naam
gesteld van onder bewindvoering gestelde personen
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] en [benadeelde 3] en [benadeelde 4]
[benadeelde 4] en [benadeelde 5] en [benadeelde 6] en [benadeelde 7] en [benadeelde 8]
[benadeelde 8] en [benadeelde 9] en [benadeelde 10] en [benadeelde 11] en
[benadeelde 12] en [benadeelde 13] en [benadeelde 14] en [benadeelde 15] en [benadeelde 16]
[benadeelde 16] en [benadeelde 17] en [benadeelde 18] en [benadeelde 19] en
[benadeelde 20] , waarover hij, verdachte kon beschikken,
en
- vervolgens girale geldbedragen te gebruiken,
had moeten vermoeden dat deze geldbedragen - onmiddellijk of
middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 150 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen.
en met 27 juli 2021 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
van één of meer voorwerpen, te weten (één of meer geldbedragen tot in totaal) EUR
63.515,- althans één of meer geldbedragen,
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben (gehad) en/of
heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/of van één of meer
voorwerpen, te weten (één of meer geldbedragen tot in totaal) EUR 63.515,- althans
één of meer geldbedragen, gebruik heeft/hebben gemaakt, door
- op een bankrekening op naam gesteld van [verdachte] en/of mevrouw [medeverdachte]
[medeverdachte] met bankrekeningnummer [rekeningnummer] telkens een of
meer geldbedragen te ontvangen afkomstig van (een) bankrekeningen op naam
gesteld van (een) (partner(s) van) (een) onder bewindvoering gestelde perso(o)nen
[benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4]
[benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8]
[benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] en/of
[benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 14] en/of [benadeelde 15] en/of [benadeelde 16]
[benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] en/of [benadeelde 18] en/of [benadeelde 19] en/of
[benadeelde 20] , waarover hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), kon(den) beschikken,
en/of
- (vervolgens) een of meer gir(a)l(e) geldbedragen om te zetten en/of te gebruiken,
althans voorhanden te hebben;
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) telkens wist(en) althans redelijkerwijs
had(den) moeten vermoeden dat dit/deze geldbedrag(en) - onmiddellijk of
middellijk – afkomstig was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven);
Artikel 420bis lid 1 sub b en 420quater lid 1 sub b Wetboek van Strafrecht
( art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b
Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art
420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van
Strafrecht )
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 december 2016 tot
en met 27 juli 2021 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
van één of meer voorwerpen, te weten (één of meer geldbedragen tot in totaal) EUR
63.515,- althans één of meer geldbedragen,
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben (gehad) van één of meer
voorwerpen, te weten (één of meer geldbedragen tot in totaal) EUR 63.515,- althans
één of meer geldbedragen, door
- op een bankrekening op naam gesteld van [verdachte] en/of mevrouw [medeverdachte]
[medeverdachte] met bankrekeningnummer [rekeningnummer] telkens een of
meer geldbedragen te ontvangen afkomstig van (een) bankrekeningen op naam
gesteld van (een) (partner(s) van) (een) onder bewindvoering gestelde perso(o)nen
[benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4]
[benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8]
[benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] en/of
[benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 14] en/of [benadeelde 15] en/of [benadeelde 16]
[benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] en/of [benadeelde 18] en/of [benadeelde 19] en/of
[benadeelde 20] , waarover hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), kon(den) beschikken,
terwijl hij, verdachte, telkens wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat
dit/deze geldbedrag(en), – onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig(e) eigen
misdrij(f)(ven);
Artikel 420bis.1 en 420quater.1 Wetboek van Strafrecht
( art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b
Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art
420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )