Op 8 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag en dat de minderjarigen sinds 10 maart 2022 onder toezicht staan van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland. De ondertoezichtstelling is eerder verlengd en de kinderrechter heeft nu besloten deze opnieuw te verlengen voor een periode van zes maanden, tot 10 maart 2026. De kinderrechter heeft dit besluit genomen op basis van de ernst van de ontwikkelingsbedreigingen die de kinderen nog steeds ondervinden, ondanks positieve ontwikkelingen in de communicatie tussen de ouders en de verbeterde contacten tussen de moeder en de kinderen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het noodzakelijk is dat de GI betrokken blijft om de ouders te ondersteunen in hun verantwoordelijkheden en om de voortgang van de situatie te monitoren. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ontwikkeling van de kinderen niet in gevaar komt door een eventueel hoger beroep. De kinderrechter heeft ook een pro forma datum vastgesteld voor rapportage door de GI over de voortgang van de ondertoezichtstelling.