9.Beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
02-078991-24
feit 1: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 2: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 3: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een
ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening
feit 4: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, vernielen/beschadigen/onbruikbaar maken/wegmaken
feit 5: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
02-254738-23
feit 1: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, vernielen/beschadigen/onbruikbaar maken/wegmaken
feit 2: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 344 (driehonderdvierenveertig) dagen, waarvan 60 (zestig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte gedurende de proeftijd
op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1990;
* dat verdachte gedurende de proeftijd
op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1997;
* dat verdachte gedurende de proeftijd
op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag 4] 1987;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 250,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 januari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 600,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 250,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 3.400,00, waarvan € 1.400,00 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 oktober 2023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 1] , € 250,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 januari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 5 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2] , € 600,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 12 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 3] , € 250,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 5 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 4] , € 3.400,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 oktober 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 44 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Nomes, voorzitter, en mrs. H. Skalonjic en H. Remerie, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.A. Lequin, griffier, en is uitgesproken ter de openbare zitting op 17 september 2025.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
1
hij op of omstreeks 16 januari 2024 te [plaats 2] , althans in Nederland,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door een (WhatsApp) bericht te sturen naar die [slachtoffer 1] en daarin dreigend de
woorden toe te voegen 'doodmkane', althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te [plaats 2] , althans in Nederland,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "je moet er niet raar van op
staan te kijken als bij de druppel een keer overloopt en ik een mes pak en mensen ga
neersteken, en vooral jij, kankerventje", althans woorden van gelijke dreigende aard
of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te [plaats 2] , althans in Nederland,
opzettelijk
een ambtenaar,te weten [slachtoffer 2] , gedurende of ter zake van de rechtmatige
uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem/haar de woorden toe te voegen: 'kanker ventje', 'kanker moeder', 'kanker
mongool' en/of 'kankerlul', althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht )
4
hij, op een of meerdere momenten, in de periode van 8 februari 2024 tot en met 6
maart 2024 te [plaats 2] , althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk het inventaris en/of delen van de onroerende zaak
(van de woning gelegen aan [adres 2] ), in elk geval enig(e) goed(eren),
dat/die geheel of ten dele aan Beveland Wonen, in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op of omstreeks 22 februari 2024 te [plaats 3] , [slachtoffer 3] heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 3]
in een (Facebook) bericht op de Facebookpagina van de gemeente
[plaats 3] (waarop het aantreden van die [slachtoffer 3]
werd aangekondigd) dreigend de woorden toe te voegen: "doodschieten is van
levensbelang", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
1
hij, op of omstreeks 1 oktober 2023 te [plaats 4] , gemeente Borsele, althans in
Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een poort en/of een picknickset en/of een
of meerdere plantenbakken en/of een bank en/of een tafel en/of een of meerdere
opbergboxen en/of een wasmolen en/of een jacuzzi en/of een boom en/of een
schutting en/of een poppenwagentje, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, in of omstreeks de periode van 1 september 2023 t/m 22 september 2023 te
[plaats 4] , gemeente Borsele, althans in Nederland, [slachtoffer 4] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak je dood" en/of 'ik ga je
pakken' en/of 'ik maak iedereen dood', althans woorden van gelijke dreigende aard
of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )