Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraakdatum : 6 augustus 2025
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Laan van België te Roosendaal op 7 april 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard omdat er geen geldige machtiging was ingediend door de gemachtigde, Bonnetje B.V.
Tijdens de zitting op 6 augustus 2025 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. O. El-Hagoug, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie terecht het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de gemachtigde geen geldige machtiging had overgelegd. De wet vereist dat iemand die namens een ander beroep instelt, een machtiging moet indienen. Dit verzuim is niet hersteld, waardoor de officier van justitie niet kon vaststellen dat de gemachtigde bevoegd was om het beroep in te stellen.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat de rechter niet toekomt aan de beoordeling van de vraag of de boete terecht is opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.