ECLI:NL:RBZWB:2025:6277

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 september 2025
Publicatiedatum
16 september 2025
Zaaknummer
BRE 24/7469
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vaststelling subsidie voor sportaccommodatie op basis van Subsidieregeling BOSA

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 september 2025, wordt het beroep van een voetbalvereniging tegen de vaststelling van een subsidie door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport behandeld. De vereniging had een aanvraag ingediend voor een subsidie van € 23.226,93 voor de bouw en het onderhoud van een sportaccommodatie, maar de staatssecretaris had deze subsidie vastgesteld op € 13.846,34, omdat de opgegeven kosten voor dakisolatie niet voldeden aan de eisen van de Subsidieregeling BOSA. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris op goede gronden tot dit besluit is gekomen.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom de subsidie niet voor het maximale percentage van 40% is vastgesteld, maar voor 20%. Dit is gebaseerd op het feit dat het gebruikte isolatiemateriaal van de bestaande isolatielaag niet op de ISDE Maatregelenlijst staat, wat een voorwaarde is voor subsidiëring. Eiseres heeft aangevoerd dat zij aan de eisen van de regeling voldeed, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de voetbalvereniging geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/7469

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 september 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: [persoon] ),
en
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
voorheen: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,de staatssecretaris.

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over het besluit van de staatssecretaris tot vaststelling van een subsidie voor de bouw en het onderhoud van een sportaccommodatie door eiseres. Eiseres is het niet eens met dit besluit. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of de staatssecretaris op goede gronden tot het besluit is gekomen.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep ongegrond is
.Eiseres krijgt dus geen gelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Feiten en procesverloop

2. Eiseres is een voetbalvereniging, gevestigd op het adres [adres] . Zij heeft op 8 januari 2024 een aanvraag ingediend op grond van artikel 10 van de Subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (Subsidieregeling BOSA) voor subsidievaststelling voor een bedrag van € 23.226,93,-. Deze aanvraag betreft een subsidiebedrag voor zowel algemene kosten, als een subsidiebedrag voor kosten voor energiebesparing, toegankelijkheid, circulariteit en klimaatadaptatie. Eiseres heeft deze kosten gemaakt voor onder meer het isoleren en vervangen van de dakbedekking van de kantine en bestuurskamer van de voetbalvereniging.
2.1.
Met het besluit van 30 mei 2024 heeft de staatssecretaris een subsidie op grond van de Subsidieregeling BOSA vastgesteld op € 13.846,34,-. Dit is € 9.380,59,- lager dan het door eiseres aangevraagde bedrag. De staatssecretaris heeft in het besluit toegelicht dat, voor zover hier van belang, de door eiser opgegeven kosten voor de uitgevoerde dakisolatie niet voldoen aan de eisen van de Subsidieregeling BOSA, omdat niet is aangetoond dat de vereiste warmteweerstand van 6,3 m²K/W is bereikt. Daarom komen deze kosten niet voor 40%, maar voor 20% subsidie in aanmerking.
2.2.
Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
2.3.
Met het bestreden besluit van 3 oktober 2024 heeft de staatssecretaris het door eiseres daartegen gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard. Dit betekent dat de staatssecretaris de subsidie nu vaststelt op € 13.930,53,-. De staatssecretaris laat het besluit in stand voor zover de kosten voor de dakisolatie in aanmerking komen voor een subsidiepercentage van 20%.
2.4.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De staatssecretaris heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.5.
De rechtbank heeft het beroep op 20 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [persoon] namens eiseres en mr. A.F. Bosma en M. Veldman als de gemachtigden van de staatssecretaris.
2.6.
De rechtbank heeft tijdens de zitting het onderzoek geschorst en eiseres in de gelegenheid gesteld om aanvullend bewijsmateriaal aan te leveren. Van die gelegenheid heeft zij ook gebruik gemaakt. De staatssecretaris heeft daarop schriftelijk gereageerd. De rechtbank heeft daarna het onderzoek gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Beroepsgronden
3. Eiseres stelt dat zij heeft voldaan aan de eisen zoals vastgelegd in de Subsidieregeling BOSA en dat het subsidiepercentage voor de kosten van de dakisolatie onterecht is aangepast van 40 naar 20. Zij voert daartoe aan dat zij de bestaande isolatielaag heeft aangevuld met een nieuwe isolatielaag met een warmteweerstand van 3,6 m2K/W om de vereiste isolatiewaarde te bereiken.
Waar gaat deze procedure over?
4. De rechtbank zal hierna beoordelen of de staatssecretaris met het bestreden besluit de subsidie voor de kosten van de uitgevoerde dakisolatie op goede gronden heeft vastgesteld op 20% van de kosten.
4.1.
Na schorsing van het onderzoek ter zitting heeft eiseres aanvullend bewijsmateriaal overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt dat het bestaande en het nieuwe isolatiemateriaal van het dak gezamenlijk een warmteweerstand van ten minste
6,3 m2K/W bereiken. Volgens eiseres is de bestaande isolatielaag van Cevotherm isolatieplaten met een warmteweerstand van 2,9 m2K/W, aangevuld met een nieuwe isolatielaag van Utherm PIR-isolatieplaten met een warmteweerstand van 3,6 m2K/W.
4.2.
Op basis van dit aanvullend bewijsmateriaal is tussen partijen niet langer in geschil dat de in de Subsidieregeling BOSA vereiste warmteweerstand wordt behaald.
4.3.
De staatssecretaris heeft zich in reactie op het door eiseres overgelegde bewijsmateriaal echter op het standpunt gesteld dat de kosten voor de nieuw aangebrachte dakisolatie toch niet in aanmerking komen voor het maximale subsidiepercentage van 40. Volgens de staatssecretaris staat het materiaal van de bestaande isolatielaag van Cevotherm niet op de ISDE Maatregelenlijst isolatie (ISDE Maatregelenlijst). Op dit punt wordt niet voldaan aan de voorwaarden van de Subsidieregeling BOSA.
Welke regels zijn voor de beoordeling van belang?
5. Op grond van artikel 3, eerste lid, onder c, in combinatie met onderdeel 3.3 van Bijlage 1 van de Subsidieregeling BOSA kan de minister op aanvraag subsidie verstrekken aan een amateursportorganisatie voor isolatiematerialen op het dak, waarbij de warmteweerstand van het totaal aan isolatiematerialen (Riso,tot) ten minste 6,3 m2K/W bedraagt, die bijdragen aan de verduurzaming en toegankelijkheid van een sportaccommodatie.
5.1.
In artikel 7, tweede lid, van de Subsidieregeling BOSA is bepaald dat de subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid onder c, ten hoogste 40% van de subsidiabele kosten bedraagt.
5.2.
In punt 3.3 van Bijlage 1 van de Subsidieregeling BOSA is verder, voor zover hier relevant, bepaald dat alleen isolatiematerialen die op de ISDE Maatregelenlijst staan, mogen worden toegepast.
Heeft de staatssecretaris de subsidie in redelijkheid vastgesteld op 20% van de kosten?
6. De rechtbank stelt vast dat het materiaal van de bestaande isolatielaag van Cevotherm niet is opgenomen op de ISDE Maatregelenlijst. Het isolatiemateriaal van de bestaande isolatielaag voldoet dus niet aan de voorwaarde van punt 3.3 van Bijlage 1 van de Subsidieregeling BOSA. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris - gelet daarop - voldoende en binnen de grenzen van de aan hem toekomende beleidsruimte heeft gemotiveerd waarom hij de subsidie niet voor het maximale subsidiepercentage van 40, maar voor een lager subsidiepercentage van 20 heeft vastgesteld. Het staat de staatssecretaris immers vrij om te bepalen dat hij bepaalde isolatiematerialen wel wil subsidiëren en andere materialen niet.
7. Eiseres heeft nog aangevoerd dat ten tijde van de aanvraag de voorwaarde dat het isolatiemateriaal op de ISDE Maatregelenlijst moest staan, niet van toepassing was.
7.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank stelt vast dat de voorwaarden zoals opgenomen in punt 3.3 van Bijlage 1 van de Subsidieregeling BOSA, op 28 november 2023 zijn gepubliceerd en met ingang van 1 januari 2024 in werking getreden. [1] Eiseres heeft op
8 januari 2024 de aanvraag ingediend. Op dat moment was de voorwaarde dat het toegepaste isolatiemateriaal op de ISDE Maatregelenlijst moet staan, reeds van toepassing.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris in redelijkheid, bij afweging van de betrokken belangen en in overeenstemming met de beleidsruimte die hem toekomt, tot het bestreden besluit kunnen komen.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Wilbrink, griffier, op 16 september 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

1.Zie Staatscourant 2023, nr. 32526.