ECLI:NL:RBZWB:2025:6298

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
18 september 2025
Zaaknummer
C/02/439110 / FA RK 25-4353
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Govaers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een minderjarige met psychische problemen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 augustus 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige, geboren in 2007. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, een psychiater en een vriend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die met een crisismaatregel in een accommodatie verblijft, te maken heeft met ernstige psychische problemen, waaronder suïcidaliteit en gedragsstoornissen. De betrokkene heeft aangegeven dat ze zich niet goed voelt in de accommodatie en dat ze liever thuis zou zijn, maar de rechtbank oordeelt dat de situatie thuis niet veilig is. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en de getuigenissen van de behandelaar en de vriend van de betrokkene.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de gevraagde machtiging verleend, waarbij de volgende vormen van verplichte zorg zijn toegestaan: het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het opnemen in een accommodatie. De rechtbank oordeelt dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De machtiging is geldig tot en met 18 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/439110 / FA RK 25-4353
Datum uitspraak: 28 augustus 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
advocaat mr. S. Lodder uit Rotterdam .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 25 augustus 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam 1] , psychiater, behandelaar;
  • [naam 2] , begeleider;
  • [naam 3] , vriend van betrokkene.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [accommodatie] . De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 22 augustus 2025 afgegeven.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor de duur van drie weken.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene vertelt dat het aan de ene kant prima met haar gaat, maar anderzijds niet helemaal goed. De crisismaatregel kwam voor haar uit het niets, al is het niet zo dat het mentaal niet slecht ging. Het ging alleen niet minder goed dan normaal. Betrokkene weet niet precies wat tot de crisismaatregel heeft geleid omdat ze er zelf niet bij betrokken was. Ze had geen eetlust, maar dat was omdat ze het idee had dat haar ouders al een paar weken hun frustratie op haar uitten. Betrokkene zegt goed te eten en dat haar vriend een aantal keer naar de winkel is gegaan om eten te kopen. Het biedt betrokkene geen rust om in de instelling te verblijven, ze vindt het daar verschrikkelijk. Betrokkene geeft aan alles vies te vinden door haar smetvrees. Daarnaast werkt haar vriend gewoon en zal hij dus niet constant in de instelling zijn. Als hij er niet is ervaart betrokkene meer paniek. Bij een langer verblijf in [accommodatie] gaat betrokkene er volgens haarzelf alleen maar op achteruit. Ze kan ook niet terug naar huis, daar is ze niet welkom. Betrokkene erkent last te hebben gehad van suïcidaliteit, maar dat is nu niet meer of minder dan normaal. Een andere aanpak was volgens betrokkene beter geweest, eentje waarbij ze in gesprek was gegaan met haar ouders en wat meer liefde had gekregen.
Betrokkene vertelt verder dat ze het nooit fijn heeft gehad na de verhuizing met haar ouders naar Zeeland. Ze wil met haar vriend iets gaan huren boven [plaats 2] . Daar kent ze ook mensen. Ze heeft een Wajong-uitkering en ze wil gaan kijken of ze een hogere uitkering kan krijgen als ze uitwonend is. Verder heeft betrokkene nagedacht over de ambulante hulp. Ze heeft veel therapieën gehad en staat ervoor open om te zoeken wat er bij haar past, waarbij ze de vrijheid heeft om zelf te kiezen. Betrokkene is bij afwijzing van het verzoek nog bereid om een paar dagen bij [accommodatie] te blijven, om te zorgen dat alles opgezet en geregeld kan worden.
4.2.
De vriend van betrokkene legt het plan uit dat hij samen met betrokkene heeft gemaakt voor de komende periode. Als betrokkene weg kan uit [accommodatie] , dan gaan ze voor de eerste periode een Airbnb zoeken, om daarna zo snel mogelijk iets particulier te huren boven [plaats 2] . Dat kan redelijk snel en geld is volgens de vriend het probleem niet. Op die manier kan de ambulante hulp gewoon doorgaan. Verder stelt de vriend de zorglast van betrokkene wel kan dragen. Hij is het liefst elk uur van elke dag bij haar. Dan kan hij haar helpen en voelt hij zichzelf beter.
4.3.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat betrokkene veel moeite heeft met het verblijf bij [accommodatie] . Zij heeft geen goede ervaringen met eerdere opnames en ze vindt dat de oplossingen in een andere hoek gezocht moet worden dan waar voorheen werd gezocht. Betrokkene heeft de dag voorafgaand aan de zitting voor het eerst medicatie ingenomen. Het is te kort om daar de effecten van te merken. Volgens de behandelaar is het helpend dat de vriend van betrokkene veel aanwezig is, maar voor de overige directe omgeving van betrokkene is het goed dat ze even uit elkaar zijn. Iedereen lijdt onder de klachten van betrokkene en het is moeilijk om dat op te lossen. Die thuissituatie is niet te negeren en op dit moment is er geen ambulante zorg beschikbaar voor betrokkene. Ze hebben wel een team dat snel in kan springen, maar ook niet direct.
Er is een verschil in inzicht tussen de behandelaar en betrokkene over hoeveel zorgen men moet hebben over de thuissituatie. De behandelaar hoort dat het leven van betrokkene niet zeker is, en dat betrokkene suïcidaal is. Zelf ontkent ze dat. Ten aanzien van het plan dat betrokkene en haar vriend hebben heeft de behandelaar nog wel zorgen. Betrokkene heeft op korte termijn zorg nodig, waarbij niet de zekerheid is dat dat de maandag na de zitting opgezet is. Daarnaast zou de zorg overgedragen moeten worden naar een zorgverlener in de buurt van [plaats 2] als ze die kant op verhuizen. Daarvoor dient een gepaste plek gevonden te worden in [plaats 2] en dat kan zo een aantal weken duren. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg, zou de behandelaar graag ‘toedienen van medicatie’, ‘verrichten van medische controles’, ‘beperken van de bewegingsvrijheid’, ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ en ‘opnemen in een accommodatie’ toegewezen zien worden.
4.4.
De advocaat van betrokkene bepleit primair afwijzing van het verzoek vanwege het ontbreken van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Het ging weliswaar niet zo goed met betrokkene en uiteindelijk zijn de spanningen thuis opgelopen, maar er is met een te forse maatregel ingegrepen. Het gestelde ernstig nadeel klopt ook niet helemaal. Er is geen sprake van een acute doodswens en betrokkene heeft geen pogingen gedaan. Subsidiair bepleit de advocaat afwijzing omdat een voortzetting van de crisismaatregel niet doelmatig is. Betrokkene voelt zich helemaal niet goed op de afdeling en ervaart veel spanning. Dat komt ook door haar smetvrees. Over het algemeen voelt betrokkene zich alleen maar slechter en gaat het alleen goed als haar vriend er is. Op die manier is een voortzetting dus niet doelmatig en contraproductief.
Meer subsidiair is er ook een alternatieve manier om de situatie af te wenden. Het opgestelde plan van betrokkene voelt misschien nog wat vaag, maar er is over nagedacht. Daarbij staat betrokkene open voor ambulante zorg. Nu er een alternatief is, zou dat alternatief voldoende moeten zijn. Nog meer subsidiair zou bij het toewijzen van de voortzetting van de crisismaatregel slechts een uitgeklede vorm van deze machtiging toegewezen moeten worden, waarbij wordt volstaan met minder zorgvormen. Hierbij wordt het opnemen van betrokkene dan uit de voortzetting van de crisismaatregel gelaten, en wordt daarbij alleen voorzien in de medicatie-inname en het contact onderhouden met het FACT-team.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de inhoud van de medische verklaring, waarbij het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt als volgt wordt beschreven. Betrokkene heeft gedreigd zich van het leven te beroven. Zij had hiervoor in de thuissituatie medicatie en een mes liggen. De directe omgeving van betrokkene slaapt uit angst met gesloten deuren door de dreiging van betrokkene. Daarnaast vertoont betrokkene agressief gedrag naar zichzelf en haar directe omgeving. Betrokkene heeft ter zitting bevestigd dat ze nog steeds last heeft van suïcidaliteit, zij het niet meer dan normaal.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen. Bij betrokkene uit zich dit in de vorm OCD en ASS. Daarnaast is bij betrokkene PTSS aanwezig.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Zij geeft duidelijk te kennen naar huis te willen. Betrokkene erkent de ernst van de incidenten niet en ziet de impact niet van haar handelen op zichzelf en haar omgeving.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Het opgestelde plan van betrokkene en haar vriend is naar het oordeel van de rechtbank nog onvoldoende doordacht om beschouwd te kunnen worden als een realistisch en volwaardig alternatief voor de machtiging. Zonder dit alternatief ziet de rechtbank ook geen grond om te volstaan met een beperkter aantal zorgmodaliteiten.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Van de behandelaar wordt daarbij aangenomen dat betrokkene al rustiger is dan de eerste dagen in de accommodatie, waarbij de resultaten van de medicatie nog niet te zien zijn. De komende dagen zal de medicatie in de besloten setting naar verwachting effect krijgen. Daarnaast is er tijdens de opname geen kans op herhaling en kan betrokkene mogelijk tot rust komen. Dat maakt de machtiging naar het oordeel van de rechtbank doelmatig. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 5.6 staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
18 september 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2025 door mr. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 11 september 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.