ECLI:NL:RBZWB:2025:6323

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
19 september 2025
Zaaknummer
11102144 CV EXPL 24-1684 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van Dam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake benoeming deskundige in civiele procedure over vochtdoorslag

In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 27 augustus 2025 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiser] en Belined Zeeland B.V. De procedure betreft een geschil over vochtdoorslag in de woning van [eiser]. In het tussenvonnis is de kantonrechter ingegaan op de benoeming van een deskundige, waarbij partijen de gelegenheid hebben gekregen om hun voorkeuren voor de deskundige kenbaar te maken. Belined heeft de voorkeur uitgesproken voor een deskundige bouwpatholoog, terwijl [eiser] een gespecialiseerd lekdetectiebedrijf heeft voorgesteld. De kantonrechter heeft aangegeven dat het van belang is om een deskundige te benoemen die zowel bouwpathologisch onderzoek kan uitvoeren als lekdetectie kan verrichten. De heer [deskundige] van [bedrijf] is voorgesteld als deskundige, en zijn voorschot is begroot op € 3.702,60 inclusief btw. Partijen zijn uitgenodigd om hun mening te geven over de voorgenomen benoeming van deze deskundige en het voorgestelde voorschot. Daarnaast is er een wijziging voorgesteld in de vraagstelling aan de deskundige, waarbij Belined een aanvulling heeft gedaan met betrekking tot de invloed van windvaste zonnescreens op de vochtdoorslag. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en heeft bepaald dat partijen zich moeten uitlaten over de voorgenomen benoeming van de deskundige en de wijziging van vraag 3.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 11102144 \ CV EXPL 24-1684
Vonnis van 27 augustus 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. J. Klein,
tegen
BELINED ZEELAND B.V.,
te Goes,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Belined Zeeland B.V.,
gemachtigde: mr. H.R. Flipse.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 maart 2025 en de daarin genoemde stukken,
- de akte na tussenvonnis van Belined,
- de akte na tussenvonnis van [eiser] ,
- de aanvullende akte na tussenvonnis van [eiser] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 5 maart 2025, waarin partijen in de gelegenheid zijn gesteld zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht, het specialisme van de te benoemen deskundige, en de aan de deskundige voor te leggen vragen zoals weergegeven in rechtsoverweging 4.10 van het tussenvonnis.
2.2.
Partijen hebben beide ingestemd met het benoemen van een deskundige, maar verschillen van mening over de persoon van de te benoemen deskundige en diens expertise. Belined heeft aangegeven de voorkeur te hebben voor een deskundige bouwpatholoog, bijvoorbeeld een deskundige van Bureau voor Bouwpathologie te Amersfoort. [eiser] heeft verzocht een gespecialiseerd lekdetectiebedrijf te benoemen als deskundige, bijvoorbeeld de firma OTL Nederland.
2.3.
Gelet op de stellingen van partijen acht de kantonrechter het van belang een deskundige aan te wijzen die zowel in staat is tot het uitvoeren van bouwpathologisch (indien noodzakelijk destructief) onderzoek als het uitvoeren van een lekdetectie. Een daartoe kundige persoon is de heer [deskundige] van [bedrijf] te [plaats 2] . Hij heeft verklaard bereid te zijn als deskundige op te treden en vrij te staan van partijen. Het voorschot van de heer [deskundige] wordt begroot op een bedrag van € 3.702,60 inclusief btw (uurtarief € 115,- exclusief btw, conform bijlage). De kantontonrechter is daarom voornemens om de heer [deskundige] te benoemen als deskundige. Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de voorgenomen benoeming van deze deskundige en het voorschot.
2.4.
[eiser] heeft aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de in het tussenvonnis opgenomen vraagstelling.
2.5.
Belined heeft eveneens aangegeven in te stemmen met de voorgenomen vraagstelling, met uitzondering van vraag 3. Zij wenst deze vraag aan te vullen in die zin dat de deskundige ook expliciet wordt gewezen op het punt van de mogelijke invloed van de
5 windvaste zonnescreens, waarbij de vraag is of deze (in strijd met de adviezen) deugdelijk zijn ingebouwd en of deze van invloed zijn op de vochtdoorslag, alsmede dat de deskundige wordt vrijgelaten om nog breder te kijken omdat de vochtdoorslag wellicht haar oorzaak vindt buiten de hele (installatie van) de kozijnen. Voorts dient deze vraag, daar waar is geschreven “vochtdoorslag in de woning” te worden gewijzigd in “vochtdoorslag in de gevel”.
2.6.
Naar aanleiding van de opmerkingen van Belined is de kantonrechter voornemens vraag 3 als volgt te wijzigen c.q. aan te vullen:
“3. Kunt u verklaren waar volgens u de vochtdoorslag in de gevel van de woning van [eiser] door wordt veroorzaakt? Ligt de oorzaak hiervan in (gebreken van de) eigenschappen van de kozijnen zelf, in (gebreken in) de wijze van montage dan wel afwerking, in een combinatie daarvan of anderszins, en/of zijn de geplaatste windvaste zonnescreens van invloed op de vochtdoorslag of bevindt de oorzaak van de vochtdoorslag zich buiten (de installatie van) de kozijnen?”
2.7.
Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de voorgenomen wijziging ten aanzien van vraag 3.
2.8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 10 september 2025voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de voorgenomen benoeming van dhr. [deskundige] als deskundige en de omvang van het voorschot, alsmede de voorgenomen wijziging van vraag 3 zoals opgenomen in overweging 2.6,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Dam en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2025.