Op 15 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder heeft significante vooruitgang geboekt en kan nu een veilige opvoedomgeving bieden. De ondertoezichtstelling is echter nog steeds noodzakelijk vanwege de onzekere positie van de vader, die niet is verschenen op de zitting en wiens situatie zorgwekkend is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 17 januari 2026, met de mogelijkheid om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De kinderrechter heeft benadrukt dat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds bedreigd wordt door de situatie van de vader en het gebrek aan contact tussen hem en de kinderen. De moeder en de kinderen hebben veel meegemaakt, en de kinderrechter heeft de noodzaak van de ondertoezichtstelling onderstreept om de stabiliteit en veiligheid van de kinderen te waarborgen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.