ECLI:NL:RBZWB:2025:6373

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
C/02/438975 / FA RK 25-4290
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en drugsgebruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 september 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1998, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en verslavingsstoornissen. De rechtbank heeft de machtiging verleend op verzoek van de officier van justitie voor de duur van twaalf maanden, omdat betrokkene niet in staat is om op vrijwillige basis de benodigde zorg te accepteren. Tijdens de zitting op 3 september 2025 zijn betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgverleners gehoord. Betrokkene heeft een geschiedenis van drugsgebruik en vertoont gedrag dat gevaarlijk is voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, gezien de inconsistentie in de vrijwilligheid van betrokkene door zijn drugsgebruik. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en ernstig nadeel te voorkomen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter Meyboom, met de griffier mr. Brok aanwezig. De machtiging geldt tot en met 3 september 2026.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/438975 / FA RK 25-4290
Datum uitspraak: 3 september 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1998 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. S. van de Voorde uit Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 20 augustus 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 september 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de heer [naam 1] , verpleegkundige specialist, behandelaar;
  • de heer [naam 2] , verpleegkundige.
Ook was een verpleegkundige aanwezig die niet is gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging voor betrokkene verleend tot en met 3 september 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging in een accommodatie van GGZ WNB te Halsteren.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene wil het liefst op vrijwillige basis in de accommodatie verblijven. Hij heeft overal vrijwillig verbleven, al komt hij wel eens te laat terug van zijn verlof. De depotmedicatie accepteert betrokkene. Hij zegt dit nodig te hebben, omdat hij anders gaat hallucineren. Betrokkene erkent zijn drugsgebruik. Hij heeft niet de intentie om daarmee te stoppen.
4.2.
De behandelaar van betrokkene zegt dat verlenging van de zorgmachtiging nodig is. Betrokkene heeft goede bedoelingen, maar hij wil niet stoppen met het gebruiken van drugs, terwijl dit gebruik zijn psychoses verergert. Hij kan zich ook niet houden aan afspraken met betrekking tot verlof en vrijheden. Betrokkene is in de laatste periode ook een aantal keer ongeoorloofd afwezig geweest. Hij staat op de nominatie om naar de [accommodatie] te gaan om daar te gaan wonen. Daar wordt drugsgebruik getolereerd, maar zijn er niet de begrenzingen die betrokkene in de huidige accommodatie wel heeft. Daardoor ontstaat het risico dat betrokkene de straat op gaat en nog meer drugs gebruikt. Hij brengt nu de nacht ook wel eens op straat door. De behandelaar wil graag de zorgmachtiging gebruiken als stok achter de deur, zodat daar op teruggevallen kan worden als behandeling niet binnen een vrijwillig kader lukt. Op dit moment is betrokkene goed in de samenwerking, maar als hij onder invloed is van drugs is dat een stuk minder. Daarom zijn de verzochte vormen van verplichte zorg nodig, mede om te kunnen weten wat betrokkene allemaal heeft gebruikt en daar de interventies op in te kunnen zetten. Het is voor de behandelaar niet te zeggen hoe lang het gaat duren voordat er plek is voor betrokkene bij de [accommodatie] .
4.3.
De advocaat bepleit primair afwijzing van het verzoek. De stoornis en het ernstig nadeel zijn aanwezig, dat erkent betrokkene. Hij accepteert daarvoor de zorg en de medicatie, waardoor behandeling vanuit een vrijwillig kader kan plaatsvinden. Ook op de [accommodatie] zal betrokkene de hulp blijven accepteren. Subsidiair bepleit de advocaat om, bij toewijzing van het verzoek, de zorgmachtiging in duur te beperken. Op die manier is er over beperkte tijd een nieuw toets-moment ten aanzien van de vrijwilligheid.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Ten aanzien van de duur van de machtiging overweegt de rechtbank dat het onbekend is hoe lang het gaat duren voordat betrokkene bij de [accommodatie] kan gaan wonen en wat de invloed van die verhuizing, waaronder zijn drugsgebruik, is op de bereidheid van betrokkene om medicatie te blijven gebruiken. De rechtbank acht de maximale duur voor deze machtiging dan ook noodzakelijk.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk onder meer schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelengerelateerde en verslavingsstoornissen. Bij betrokkene uit zich dit in de vorm van recidiverende psychotische episodes in het kader van schizofrenie en middelenmisbruik.
5.4.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- maatschappelijke teloorgang;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.5.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen blijkt dat betrokkene voor de huidige opname op straat leefde. Hij is voor het wonen afhankelijk van instanties. Daarnaast is betrokkene bekend met overlast: hij valt voorbijgangers lastig op straat en heeft een stoeptegel door een ruit gegooid. Bij decompensatie handelt betrokkene vanuit psychotische en achterdochtige overtuigingen.
5.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.7.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De vrijwilligheid van betrokkene is naar het oordeel van de rechtbank niet consistent genoeg om de behandeling vanuit een vrijwillig kader te verrichten. Dit komt voornamelijk door het drugsgebruik van betrokkene. Hij heeft niet de intentie en draagkracht om daarmee te stoppen. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.8.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1998 in [plaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 5.8. staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
3 september 2026.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2025 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 19 september 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.