ECLI:NL:RBZWB:2025:6374

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
C/02/438967 / FA RK 25-4286
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis

Op 3 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend voor een betrokkene, geboren in 1951, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure op 18 augustus 2025 gestart met het indienen van een verzoekschrift. Tijdens de zitting, die op 3 september 2025 plaatsvond, zijn verschillende zorgverleners en de betrokkene zelf gehoord. De betrokkene heeft aangegeven geen gedwongen medicatie te willen, maar accepteert deze momenteel om te voorkomen dat ze op straat komt te staan. De verpleegkundige en behandelaar hebben aangegeven dat de betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornis, wat leidt tot ernstige verwaarlozing en sociaal isolement. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 3 september 2026, en heeft de verzoeken van de officier van justitie toegewezen, met uitzondering van de beperking van de vrijheid om het eigen leven in te richten, die niet noodzakelijk werd geacht. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter Meyboom, in aanwezigheid van griffier Brok.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/438967 / FA RK 25-4286
Datum uitspraak: 3 september 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1951 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. P.R. Klaver uit Bergen op Zoom .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 augustus 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 september 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mevrouw [naam 1] , verpleegkundige;
  • de heer [naam 2] , verpleegkundige specialist, waarnemend behandelaar;
  • mevrouw [naam 3] , psychiater.

2.Wat vaststaat

De rechtbank heeft een machtiging voor betrokkene verleend tot en met 4 september 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging in GGZ WNB Halsteren.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene wil liever geen machtiging, ze wil geen gedwongen medicatie. De reden dat ze nu de medicatie accepteert is omdat ze geen zin heeft om te vechten. Het enige voordeel van een machtiging is dat ze haar niet op straat kunnen zetten, al is betrokkene niet tevreden met het huidige verblijf.
4.2.
De verpleegkundig specialist geeft aan dat betrokkene binnenkort op het terrein van GGZ WNB begeleid gaat wonen. Betrokkene heeft de voorkeur om samen met haar zoon in een appartement te wonen. Dit is niet haalbaar, omdat de zoon geen zorg accepteert. Het is nu afwachten totdat er plek is bij Begeleid Wonen. Betrokkene accepteert de medicatie nu goed, maar dat is alleen omdat er een zorgmachtiging ligt waardoor betrokkene weet dat ze het hoe dan ook toegediend krijgt.
4.3.
De waarnemend behandelaar vertelt dat de zorgvormen ‘opname’ en ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ noodzakelijk zijn voor de situatie dat betrokkene begeleid gaat wonen, de medicatie niet meer accepteert en daardoor ontregelt. Het ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ is niet nodig, aangezien er ook bij het begeleid wonen geen ambulant team betrokken gaat zijn.
4.4.
De advocaat van betrokkene geeft aan dat betrokkene liever helemaal niet in de instelling wil verblijven. Als dat wel noodzakelijk is, dan zou ze zo snel mogelijk bij de begeleide woonvorm willen gaan wonen. De machtiging moet dan ingericht zijn met de vormen van zorg zoals die ter zitting zijn besproken.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornis. Bij betrokkene uit zich dit in de vorm van een psychotisch toestandsbeeld met voornamelijk achterdocht.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.4.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt dat betrokkene diepgewortelde achterdocht en paranoïde denkbeelden ervaart, met name richting zorgverleners. Zij is daardoor niet therapietrouw en weigert essentiële medicatie. Deze achterdocht leidt mede tot verwaarlozing van het eigenbelang, waardoor betrokkene niet adequaat eet en drinkt. Daarnaast resulteren de psychotische symptomen in een conflictueuze en wantrouwige interactiestijl, wat het aangaan en onderhouden van gezonde sociale contacten onmogelijk maakt en leidt tot ernstig sociaal isolement.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De huidige bereidheid die betrokkene laat zien ten aanzien van de medicatie komt doordat er nu een zorgmachtiging ligt. Op het moment dat deze ‘dreiging’ voor betrokkene wegvalt zal zij, ook naar eigen zeggen, zich gaan verzetten tegen het innemen van de medicatie. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
5.8.
De door de officier verzochte vorm van verplichte zorg “het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten” wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling heeft laten weten dat deze niet nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1951 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 5.7. staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
3 september 2026;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2025 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 19 september 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.