ECLI:NL:RBZWB:2025:6377

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
C/02/439290 / FA RK 25-4437
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van inbewaringstelling in het kader van zorgindicatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 september 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1949. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft de situatie waarin de betrokkene verblijft in een accommodatie na een inbewaringstelling die door de burgemeester van Goes is afgegeven op 29 augustus 2025. De rechtbank heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. W. van der Sande, aanwezig waren, evenals de behandelend arts.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan ongespecificeerde neurocognitieve stoornissen, wat leidt tot een ernstig risico op lichamelijk letsel, psychische schade en verwaarlozing. De behandelaar heeft aangegeven dat de betrokkene niet in staat is om zelfstandig voor zijn basisbehoeften te zorgen, wat de noodzaak voor de voortzetting van de inbewaringstelling onderstreept. De advocaat van de betrokkene heeft geen bezwaren geuit tegen de wettelijke vereisten van het verzoek, maar heeft wel opgemerkt dat de toestand van de betrokkene sinds hun laatste gesprek aanzienlijk is verslechterd.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om dit te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 15 oktober 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter M. Meyboom, met mr. Brok als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/439290 / FA RK 25-4437
Datum uitspraak: 3 september 2025
Beschikking voortzetting inbewaringstelling
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1949 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. W. van der Sande uit Goes.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 1 september 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 september 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [naam] , arts, behandelaar.

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een inbewaringstelling in [accommodatie] . De burgemeester van Goes heeft de inbewaringstelling op 29 augustus 2025 afgegeven.

3.Het verzoek

Het CIZ verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling te verlenen voor de duur van zes weken.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan liever niet langer in de accommodatie te verblijven.
4.2.
De behandelaar van betrokkene vertelt dat betrokkene bij [hulpverlening] onderzocht is en dat ze daar geconcludeerd hebben dat de cognitieve stoornis bij betrokkene op de voorgrond staat. Er is nog geen diagnose, maar er zijn zeker cognitieve stoornissen. De informatie die gegeven wordt beklijft niet en betrokkene komt zelf niet op het idee om te eten of drinken. Verder zijn de gedachten en spraak van betrokkene incoherent. Betrokkene denkt in een gevangenis te zijn, daarom wil hij weg. De nacht voorafgaand aan de zitting heeft betrokkene tegen deuren geschopt en met dingen gegooid. Betrokkene kwam toen dreigend over, waarna ze hem Lorazepam hebben gegeven. Voor de komende tijd wil de behandelaar betrokkene graag in de accommodatie houden zodat ze verder kunnen kijken wat betrokkene nodig heeft. Als betrokkene in deze toestand weg zou mogen, dan zou dat niet goed komen. Hij weet binnen al niet waar zijn kamer is of waar het toilet is.
4.3.
De advocaat geeft aan dat het toestandsbeeld van betrokkene sinds de dag dat zij betrokkene zag, aanzienlijk veranderd is. Toen konden ze nog een gesprek voeren en wist hij wat er de hand was. Hij wilde zelf toen ook duiding. In een paar dagen tijd is het blijkbaar enorm omgeslagen. Over de wettelijke vereisten van het verzoek heeft de advocaat geen opmerkingen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.3.
Dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel ontstaat doordat betrokkene onvoldoende in staat is om zelfstandig voldoende vocht en voeding tot zich te nemen en om zijn zelfzorg te organiseren. Hij is daarbij nauwelijks in staat om enkele meters zelfstandig te wandelen. Betrokkene is dermate wisselend gedesoriënteerd dat de organisatie van zijn leven in brede zin onder druk komt te staan. Daarnaast is betrokkene soms agressief richting personeel.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychogeriatrische aandoening. Betrokkene lijdt aan ongespecificeerde neurocognitieve stoornissen.
5.5.
Het ernstig nadeel is zodanig onmiddellijk dreigend dat een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
Voortzetting van de inbewaringstelling is noodzakelijk en geschikt om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor
[betrokkene]r, geboren op [geboortedag] 1949 in [geboorteplaats] ;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
15 oktober 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2025 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 19 september 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.