6.3Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee strafbare feiten. Op 17 april 2025 heeft hij in Vlissingen een fiets gestolen, die was geplaatst bij het [verzorgingstehuis]. Een dag later, op 18 april 2025, heeft hij zich door insluiping de toegang verschaft tot een woning met bed and breakfast en daaruit een rugzak en twee fietsopladers gestolen. Dergelijke feiten leveren overlast op en tasten het veiligheidsgevoel van burgers aan. Met name de diefstal na insluiping zorgt voor een ernstige aantasting van de persoonlijke levenssfeer. Verdachte heeft geen rekening gehouden met de gevolgen voor de slachtoffers.
Het strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 6 september 2025, dat maar liefst 26 pagina’s beslaat. Hieruit blijkt dat verdachte al vele malen onherroepelijk is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vanwege - met name - het plegen van vermogensfeiten.
Reclasseringsrapport
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 4 september 2025.
Hierin wordt beschreven dat aan verdachte nooit eerder een reclasseringstraject is opgelegd. De laatste jaren heeft verdachte voornamelijk een afwijzende houding jegens de reclassering gehad en opdrachten voor het opstellen van reclasseringsadviezen werden meermaals retour gezonden. Verdachte kampt al jaren met verslavingsproblematiek en hoewel het hem in het verleden is gelukt voor langere tijd abstinent te blijven, is hij na een opname in een kliniek in [plaats] en het daaropvolgende traject bij [stichting], toch weer vervallen in drugsgebruik. Daardoor is hij opnieuw in een negatieve spiraal terechtgekomen en zijn er problemen ontstaan op alle leefgebieden. De laatste jaren beschikt verdachte niet meer over stabiele huisvesting, noch over een inkomen of zinvolle dagbesteding. Verdachte leeft voornamelijk op straat en pleegt vermogensdelicten om naar eigen zeggen te overleven. Ook was er sprake van dagelijks drugsgebruik. Het risico op recidive wordt door de reclassering ingeschat als hoog. Met name zijn verslavingsproblematiek heeft een grote rol gespeeld in het plegen van de onderhavige delicten.
Daarnaast wordt beschreven dat verdachte, hoewel hij de laatste jaren vermijdend was naar hulpverlening en de reclassering, nu graag aan zijn problemen wil werken en openstaat voor behandeling. Mede door zijn prille abstinentie vanwege zijn detentie zegt hij meer helder te kunnen nadenken en gemotiveerd te zijn om zijn situatie te veranderen. Om te onderzoeken welke behandelmogelijkheden passend zijn, heeft de reclassering verdiepingsdiagnostiek ingezet, waaraan verdachte ook heeft meegewerkt. Hieruit is naar voren gekomen dat een langdurige klinische behandeling noodzakelijk is om zijn verslavingsproblematiek aan te pakken om zo te kunnen toewerken naar het verminderen van het recidiverisico.
De reclassering heeft geadviseerd om aan verdachte een voorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen met als voorwaarden een meldplicht, een opname in een zorginstelling, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan middelen- controle. De reclassering heeft in het huidige gesprek met verdachte gezien dat hij een meer coöperatieve houding en intrinsieke motivatie heeft om zijn gedrag te veranderen. Volgens de reclassering is een ambulante behandeling nu niet haalbaar vanwege het risico dat hij bij een terugval in middelengebruik opnieuw zorgmijdend gedrag gaat vertonen. Zij acht een voorwaardelijke ISD-maatregel een passende stok achter de deur om verdachte te stimuleren om de behandeling aan te gaan en te blijven volgen. Daar komt bij dat verdachte niet eerder onder toezicht van de (verslavings)reclassering heeft gestaan en is een dergelijk traject niet eerder geprobeerd.
ISD-maatregel
Ter beoordeling ligt voor of oplegging van de ISD-maatregel aan verdachte mogelijk en noodzakelijk is.
De ISD-maatregel is erop gericht om zeer actieve veelplegers voor de duur van maximaal twee jaar hun vrijheid te benemen, waardoor voortzetting van het criminele gedragspatroon feitelijk onmogelijk wordt gemaakt en de vicieuze cirkel van opsluiting - invrijheidstelling - veroordeling wordt doorbroken. Gedurende de periode van de ISD-maatregel wordt de maatschappij beschermd tegen het criminele gedrag van de recidivist. Tevens biedt de ISD-maatregel mogelijkheden om middels een hulpverleningstraject aan gedragsverandering te werken om recidive in de toekomst te voorkomen.
Allereerst moet worden vastgesteld of verdachte aan de wettelijke criteria voor het opleggen van een ISD-maatregel voldoet. De rechtbank stelt vast dat aan de eisen van artikel 38m, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht, wordt voldaan. Verdachte heeft zich immers schuldig gemaakt aan misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, terwijl verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de door hem begane misdrijven ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf. De feiten zijn ook begaan na de tenuitvoerlegging van deze straffen.
Verdachte voldoet bovendien ook aan het criterium van zeer actieve veelplegers als bedoeld in de Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers. Tegen verdachte zijn immers over een periode van vijf jaar processen-verbaal opgemaakt voor meer dan tien misdrijffeiten, waarvan in ieder geval één misdrijf in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde misdrijffeit.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan en dat de veiligheid van personen en goederen het opleggen van de maatregel eist, mede gelet op het feit dat de reclassering in haar advies heeft gerapporteerd over een hoog recidiverisico. Om dit hoge recidiverisico te verminderen is een klinische behandeling van de verslavingsproblematiek noodzakelijk. De verslaving van verdachte en zijn zorgmijdende gedrag hebben een grote rol gespeeld bij het plegen van strafbare feiten.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is aan alle criteria, die de wet stelt aan de oplegging van de ISD-maatregel, voldaan.
De reclasseringswerker die voornoemd advies heeft opgesteld heeft ter zitting de keuze in het advies voor een voor waardelijke ISD-maatregel als volgt nader toegelicht. Doordat verdachte sinds zijn detentie geen verdovende middelen meer heeft gebruikt, is de vicieuze cirkel waarin hij zat doorbroken en staat hij open voor hulpverlening en behandeling. Enkele dagen geleden is er een indicatiestelling afgegeven voor een langdurige klinische opname en is verdachte geaccepteerd bij de [FPA]. Voorkomen moet worden dat hij op straat komt te staan en terugvalt in middelengebruik.
Conclusie
De rechtbank zal op grond van het reclasseringsadvies, de ter zitting gegeven toelichting hierop van de reclasseringswerker en de expliciete bereidverklaring van verdachte met de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, aan verdachte opleggen een voorwaardelijke ISD-maatregel met een proeftijd van twee jaar en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een opname in een zorginstelling, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan middelencontrole.
Verdachte is gemotiveerd om tot gedragsverandering te komen en staat open voor behandeling van zijn (verslavings-) problematiek. De rechtbank heeft hierbij eveneens meegewogen dat verdachte nooit eerder onder toezicht van de (verslavings)reclassering heeft gestaan en dat een dergelijk traject niet eerder is geprobeerd.
De rechtbank ziet geen aanleiding om het onderzoek te heropenen.