ECLI:NL:RBZWB:2025:6441

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
C/02/439273 / FA RK 25-4430
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Govaers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 4 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1955. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De betrokkene was op 30 augustus 2025 door de burgemeester van Tilburg onder een crisismaatregel geplaatst en verblijft sindsdien in een ziekenhuis. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2025, die plaatsvond op de afdeling waar de betrokkene is opgenomen, zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder psychologen en de advocaat van de betrokkene, mr. G.J. Woodrow.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene in een verwarde toestand is aangetroffen en dat er ernstige risico's zijn voor haar welzijn, waaronder verwaarlozing en mogelijk misbruik door anderen. De psychiater in opleiding heeft aangegeven dat de betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis of een neurocognitieve stoornis, en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend, met inachtneming van de noodzaak om de betrokkene te beschermen en haar veiligheid te waarborgen. De machtiging geldt tot en met 25 september 2025, en de rechtbank heeft het verzoek om aanvullende vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze op dit moment niet noodzakelijk worden geacht.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter M. Govaers, in aanwezigheid van griffier mr. Wallerbos. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/439273 / FA RK 25-4430
Datum uitspraak: 4 september 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1955 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
thans verblijvende in het [ziekenhuis] te [plaats] , op de [afdeling] ,
advocaat mr. G.J. Woodrow uit Tilburg .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesdossier bevat het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 1 september 2025.
1.2.
Op 4 september 2025 heeft de rechtbank het verzoek, met gesloten deuren, mondeling behandeld. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op de afdeling waar betrokkene momenteel is opgenomen en verblijft. Bij die behandeling zijn verschenen en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Woodrow;
  • [naam 1] , psychiater;
  • [naam 2] , psychiater in opleiding;
  • [naam 3] , coassistente.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene is opgenomen en verblijft momenteel met een crisismaatregel in het ziekenhuis. De burgemeester van de gemeente Tilburg heeft de crisismaatregel op 30 augustus 2025 afgegeven.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om ten aanzien van betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor de duur van drie weken.

4.De standpunten

4.1.
De psychiater in opleiding heeft, samengevat, onder meer het volgende aangegeven. Enkele dagen geleden is betrokkene in verwarde toestand aangetroffen op het station, waarna zij is opgenomen in de accommodatie. Op de afdeling wordt gezien dat betrokkene kampt met desoriëntatie in denken en dat zij verhoogd associatief gedrag vertoont. In deze toestand kan betrokkene haar leven niet zelfstandig organiseren, waardoor verwaarlozing dreigt. Daarnaast bestaat het risico dat andere mensen misbruik van haar maken. Er zijn namelijk aanwijzingen dat bepaalde spullen van betrokkene zijn verdwenen of voor weinig geld zijn verkocht. Ook is er op de afdeling een aantal mensen bij betrokkene op bezoek geweest terwijl het onduidelijk is op welke manier zij betrokkene kennen. Na de opname van betrokkene in de accommodatie, is uit onderzoek gebleken dat betrokkene verontreinigde urine heeft, waardoor het vermoeden bestaat dat het psychotische toestandsbeeld van betrokkene voortkomt uit een delier. Hoewel het toestandsbeeld van betrokkene door een combinatie van antibioticagebruik en het bieden van structuur inmiddels wat is verbeterd, neemt de verhoogde associativiteit niet af. Dit is volgens de psychiater echter niet passend bij een delier. Als werkdiagnose wordt daarom aangenomen dat betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis of een neurocognitieve stoornis. In de komende periode zal er nader onderzoek plaatsvinden.
Betrokkene verblijft momenteel in het kader van een gastplaatsing in het ziekenhuis. Zodra de lichamelijke klachten voldoende zijn behandeld, zal zij worden overgeplaatst naar de [accommodatie] . De psychiater heeft aangegeven dat “opname in de accommodatie” en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn. De overige verzochte vormen van verplichte zorg zijn niet nodig. Ter bescherming van betrokkene, de overige patiënten op de afdeling en de behandelaren, verzoekt de psychiater tot slot om ook “het beperken van het recht op het hebben van bezoek” als verplichte vorm van zorg in de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op te nemen.
4.2.
Namens en door betrokkene is, samengevat, onder meer het volgende aangevoerd. Betrokkene wil graag naar huis. De advocaat vindt het daarentegen in haar belang noodzakelijk dat er eerst nader onderzoek en diagnostiek zal plaatsvinden. De advocaat refereert zich daarom aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de beslissing op het verzoek.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.3.
De rechtbank overweegt in dat verband als volgt. Nadat betrokkene in een verwarde toestand op het station is aangetroffen, is zij in eerste instantie door de politie teruggebracht naar huis. De politie heeft geconstateerd dat de woning dusdanig vervuild is, dat er sprake is van een onleefbare situatie. Vanwege ongedierte zou betrokkene bovendien al een aantal nachten buiten hebben geslapen. Momenteel vertoont betrokkene op de afdeling nog steeds verward gedrag. Daarnaast zijn er signalen dat andere mensen misbruik van betrokkene maken. Betrokkene zou haar spullen weggeven of voor een (te) laag bedrag verkopen. Bovendien wordt betrokkene op de afdeling bezocht door bezoekers terwijl het onduidelijk is op welke manier zij haar kennen.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene vertoont gedrag dat passend is bij een psychiatrische stoornis. Alhoewel het op dit moment nog onduidelijk is of voormeld gedrag voortkomt uit een delier, een (onderliggende) psychische stoornis of een combinatie daarvan, wordt er thans van uitgegaan dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een psychotische stoornis en/of een neurocognitieve stoornis.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank zal het verzoek, voor zover dat ziet op het voortzetten van de overige in de crisismaatregel opgenomen vormen van verplichte zorg, afwijzen omdat daartoe naar het oordeel van de rechtbank geen noodzaak bestaat en het op dit moment onvoldoende voorzienbaar is dat deze vormen van verplichte zorg in de komende periode noodzakelijk zullen zijn.
5.7.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Gebleken is dat betrokkene tegen haar wil in het ziekenhuis verblijft en dat zij graag wil terugkeren naar huis. Om die reden is verplichte zorg nodig.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1955 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 5.6 staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 september 2025;
6.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2025 door mr. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos, griffier en op schrift gesteld op 26 september 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.