ECLI:NL:RBZWB:2025:6442

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
C/02/438893 / FA RK 25-4249
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Govaers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opvolgende zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 september 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een opvolgende zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1974, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een schizofreniespectrumstoornis. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 4 september 2026, omdat er ernstige nadelen zijn vastgesteld die voortvloeien uit de stoornis van de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om zijn medicatie trouw in te nemen, wat leidt tot psychotische decompensatie en gevaar voor zichzelf en anderen.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 augustus 2025 bij de rechtbank is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2025 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat en zorgprofessionals. De psychiater heeft aangegeven dat de betrokkene beter functioneert op orale medicatie, maar dat hij momenteel weerstand biedt tegen de depotmedicatie. De betrokkene heeft aangegeven dat hij zijn autonomie wil behouden en dat hij de zorg als benauwend ervaart. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, waarbij de volgende vormen van verplichte zorg zijn toegewezen: het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze maatregelen evenredig en effectief zijn en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/438893 / FA RK 25-4249
Datum uitspraak: 4 september 2025
Beschikking opvolgende zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1974 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
advocaat: mr. J. van Rooijen in Tilburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesdossier bevat het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 augustus 2025.
1.2.
Op 4 september 2025 heeft de rechtbank het verzoek, met gesloten deuren, mondeling behandeld. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden in het kantoor van het f-act team van [accommodatie] te [plaats 1] . Bij die behandeling zijn verschenen en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Van Rooijen;
  • [naam 1] , psychiater en zorgverantwoordelijke;
  • [naam 2] , casemanager;
  • [naam 3] , verpleegkundige in opleiding.

2.Wat vaststaat

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 24 maart 2025 is ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging verleend tot en met 24 september 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om ten aanzien van betrokkene een opvolgende zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden.

4.De standpunten

4.1.
De psychiater heeft, samengevat, onder meer het volgende aangegeven. Vorig jaar was betrokkene ingesteld op orale medicatie. Hij functioneerde toen goed. Nadat hij in december 2024 zijn medicatie in eigen beheer kreeg, hij op onregelmatige tijden werkte en hij slecht sliep, is hij psychisch gedecompenseerd. Vervolgens is hij in de accommodatie ingesteld op depotmedicatie, die in een ambulante setting is voortgezet. Betrokkene toont momenteel echter forse weerstand tegen het toedienen van zijn depotmedicatie en is moeilijk in contact. Aangezien betrokkene, naar de mening van de psychiater, beter functioneert op orale medicatie, zal er in de komende periode opnieuw worden ingezet op deze laatste medicatie. Het is dan wel van belang dat betrokkene zijn medicatie trouw blijft innemen. Daarnaast is betrokkene inmiddels aangemeld bij een ander FACT-team van [accommodatie] . Totdat de zorg wordt overgedragen, zal de betrokkenheid van het huidige FACT- team worden voortgezet. Als de psychiater betrokkene vraagt naar zijn wens om de zorg over te dragen naar een andere zorgaanbieder in [plaats 2] , dan geeft hij echter geen antwoord en wordt hij boos. Als betrokkene een andere zorgaanbieder vindt die hem kan en wil helpen, dan zal de psychiater dat niet tegenhouden. Over de vormen van verplichte zorg, heeft de psychiater aangegeven dat het toedienen van medicatie en het hebben van contact met het FACT-team de belangrijkste zijn.
4.2.
Betrokkene heeft, samengevat, onder meer het volgende aangegeven. Momenteel gaat het beter met hem, ondanks dat hij het lastig vindt om zijn leven weer volledig op de rit te krijgen wat betreft zijn werk en financiën. Volgens betrokkene maakt het FACT-team zijn situatie alleen maar erger. Hij heeft het gevoel dat hij voortdurend zichzelf moet verdedigen. Hij wil daarom graag dat de zorg wordt overgedragen aan een andere zorgaanbieder in [plaats 2] . Echter volgens betrokkene willen de behandelaren hierover niet in gesprek.
4.3.
De advocaat heeft namens betrokkene, samengevat, onder meer het volgende aangevoerd. Betrokkene wil graag zijn autonomie behouden. De zorg die hij krijgt, ervaart hij als benauwend. Hij wil daarom dat de zorg wordt overgedragen naar een andere zorgaanbieder in [plaats 2] . Bovendien is het in het verleden lange tijd goed gegaan zonder verplichte zorg. Gelet hierop wordt primair verzocht om het verzoek af te wijzen. Subsidiair wordt verzocht om een zorgmachtiging te verlenen met daarin enkel de in het zorgplan vermelde ambulante vormen van verplichte zorg.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken, waaronder de medische verklaring, en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een schizofreniespectrumstoornis.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.4.
De rechtbank overweegt in dat verband als volgt. Als betrokkene zijn medicatie niet (trouw) inneemt, decompenseert hij psychotisch. Onder invloed van voormelde stoornis kampt betrokkene met wanen, waarbij hij de overtuiging heeft dat hij wordt lastiggevallen door “een derde en een vierde partij” in de vorm van stemmen en vervelende lichamelijke sensaties, en door allerlei mensen uit zijn verleden, onder wie een ex-partner. Als het minder goed met betrokkene gaat, dan schreeuwt hij tegen deze partijen en vertoont hij zeer geagiteerd en agressief gedrag, waarbij hij overlast veroorzaakt, bedreigingen uit en forse vernielingen aanricht. Tijdens een eerdere opname in 2020 is betrokkene zijn woning verloren. Sindsdien is hij dakloos en verblijft hij in de [daklozenopvang] . Ook is hij al meermaals zijn baan verloren.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Nadat betrokkene eind 2024 zijn medicatie in eigen beheer kreeg, heeft hij zijn medicatie niet (trouw) ingenomen met als gevolg dat hij psychotisch is gedecompenseerd. Ondanks dat hij inmiddels goed is ingesteld op depotmedicatie, toont hij hiertegen een forse weerstand en is hij nog niet volledig vrij van psychoses. Ook is hij moeilijk in contact en stelt hij zich niet altijd begeleidbaar op. Om die redenen is verplichte zorg nodig.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Hieronder valt onder meer het verplicht toelaten van de (behandel)contacten vanuit het FACT-team;
- opnemen in een accommodatie.
Hoewel in het zorgplan enkel “het toedienen van medicatie” en “aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten (..)” als noodzakelijk geachte vormen van verplichte zorg staan vermeld en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat dit de belangrijkste vormen van verplichte zorg zijn, acht de rechtbank ook de overige verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk. Dit omdat betrokkene recentelijk nog opgenomen is geweest in de accommodatie en er in de komende periode opnieuw zal worden ingezet op orale medicatie (en er dus opnieuw zal worden gewisseld van medicatie). Daarbij geldt dat een opname in de accommodatie en de daarbij horende vormen van verplichte zorg enkel zullen worden toegepast als de overige (ambulante) vormen van verplichte zorg ontoereikend zijn voor het wegnemen dan wel het voorkomen van ernstig nadeel bij betrokkene en/of bij anderen.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.10.
Gelet op het voorgaande wordt, naar het oordeel van de rechtbank, voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, in dit geval tot en met 4 september 2026.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1974 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 5.7 staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 september 2026.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2025 mr. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op schrift gesteld op 26 september 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.