Op 4 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1938, die lijdt aan Alzheimer dementie. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft de noodzaak van opname voor de duur van zes maanden. De rechtbank heeft het verzoek behandeld met gesloten deuren, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. F.J. Koningsveld, aanwezig waren, evenals een specialist ouderengeneeskunde en verpleegkundigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om voor zichzelf te zorgen, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en lichamelijk letsel. Ondanks dat de betrokkene aangeeft terug te willen naar huis, is de rechtbank van oordeel dat verplichte zorg noodzakelijk is, gezien de ernst van de situatie en het feit dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De machtiging is verleend tot en met 4 maart 2026, en de beschikking is mondeling uitgesproken door mr. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos, griffier.